stelt de SET en geavanceerde funkties
LOCK
buiten werking, zie blz. 20.
geavanceerde funkties, zie blz. 22.
FUNC
7.3
INSTELLEN VAN DE ACCUKAPACITEIT
De eerste keer dat de BATTERY MONITOR wordt
ingeschakeld gaat de monitor er van uit dat er een
200 Ah loodzuur-accu wordt gebruikt. Wanneer er
een andere accukapaciteit wordt gebruikt moet de
juiste accukapaciteit ingesteld worden. Volg de on-
derstaande instrukties voor het instellen van de
nieuwe accukapaciteit.
•
Druk op de SET toets en hou deze drie se-
konden ingedrukt om in het SET-UP menu te
komen. Er verschijnt SEL in het display. Druk
op de SEL toets, het groene V -lampje gaat
branden.
•
Druk nog eens op SEL en het groene A
lampje gaat branden. Nog een keer drukken
en het
Ah lampje gaat branden en er ver-
schijnt 200 in het display. Dit is de accukapa-
citeit die als fabriekswaarde is ingesteld.
•
Druk nu op de SEL toets en houdt deze inge-
drukt om door de accukapaciteit instellingen.
te lopen. Op het display wordt de waarde met
stapjes van 20 Ah verhoogt. Indien de SET
toets langer dan vier sekonden ingedrukt blijft,
zullen de waarden in een sneller tempo
opvolgen. Wanneer de gewenste waarde be-
reikt wordt moet de SET toets losgelaten
worden. Indien de gewenste waarde gemist
wordt moet de SET toets zo lang ingedrukt
worden totdat de gewenste waarde weer ver-
schijnt.
•
Als er tien sekonden geen toets wordt inge-
drukt zal de meter het SET-UP menu verlaten.
NL / BATTERY MONITOR / Juli 1996
De laatst geselecteerde waarde wordt opge-
slagen in het geheugen als de nieuwe accu-
kapaciteit en het display gaat naar de
voltfunktie.
Tip:
Alle set-up en geavanceerde funk-
ties beginnen met de SET toets. De
SET-UP wordt normaal alleen uitgevoerd bij in-
stallatie van de BATTERY MONITOR. De SET toets
kan beveiligd worden om onbedoelde veranderin-
gen van de instellingen te voorkomen. Zie blz. 20
voor de LOCK funktie.
7.4
LAADFAKTOREN
De BATTERY MONITOR heeft de laadfaktoren no-
dig om gesynchroniseerd te blijven met de accu
laadtoestand om de meter automatisch te resetten
naar nul en het automatisch herberekenen van de
CEF (laadrendementsfaktor). De fabrieksinstellin-
gen gaan uit van een 12V loodzuur-accu. Deze
waarden zijn zorgvuldig geselekteerd en werken op
de meeste systemen, inklusief acculaders met kon-
stante spanning en drietraps laadkarakteristiek. De
fabrieksinstellingen zijn 13,2V en 2% van de accu-
kapaciteit als laadstroom (2% van de fabrieksin-
stellling van 200 Ah is 4A). Er moet aan verschillen-
de voorwaarden worden voldaan voordat een her-
berekening van de CEF (laadrendementsfaktor) en
reset naar nul van de Ah plaatsvindt. (Ten eerste
moet de accu 100% herladen worden), de accu-
spanning moet boven de 13,2V komen en de laad-
stroom onder de 4A voor tenminste vijf minuten.
Wanneer aan al deze voorwaarden wordt voldaan,
neemt de BATTERY MONITOR aan dat de accu vol
is.
Let op !
Wanneer er een andere accuspan-
ning dan 12V wordt gebruikt, dan
moet de juiste laadspanning inge-
INSTELLINGEN
V
17