Elementen van rookgasafvoerlei-
î
dingen of PP luchtinlaatelemen-
ten mogen niet aan elkaar wor-
den vastgeschroefd.
Leidingelementen mogen niet aan elkaar
î
worden vastgemaakt met lijm (bijv. silico-
ne) of schuim (bijv. PUR).
Zorg ervoor dat rookgasafvoer-
i
î
leidingen in vochtige ruimtes wordt
geïsoleerd om te voorkomen dat er
condensatiewater wordt gevormd
dat kan gaan druppen.
Zaag leidingen altijd loodrecht af en vijl moge-
î
lijke bramen van de randen af. Op die manier
kunnen ze correct worden Gesloten en voor-
komt u dat afdichtingen worden beschadigd.
Om het aanbrengen van een leiding in een an-
î
dere te vergemakkelijken, mag enkel een meng-
sel van water en zeep (1%) op het uiteinde van
de betrokken leiding worden aangebracht.
Metalen rookgasafvoerleidingen moeten
î
altijd tot aan de aanslag in de mof wor-
den aangebracht.
De leidingen installeren - Algemene uitgangspunten
Component
Kenmerken
Bocht
î Horizontaal < 1m
î bevindt zich vóór of na
de eerste bocht
Horizontaal > 1m (met
een helling van 3°)
Recht element
Verticaal < 2m
Verticaal > 2m
A-070336_NL • B_0821
i
Het rookgasafvoersysteem moet worden uit-
î
gerust met een inspectieopening.
Overschrijd de aanbevolen maximumlengte
î
voor het product niet wanneer u de rookgas-
afvoerleidingen aansluit. Dit kan het vermo-
gen van het systeem verminderen.
Voor toestellen van type C moeten de rook-
î
gasafvoerleidingen ten minste voldoen aan
categorie T120 H1 W1/2 O30 LI E U wanneer
parallelle leidingen worden gebruikt, en T120
H1 W1/2 O00 LI/LE E U0 wanneer concentri-
sche leidingen worden gebruikt (EN 14471).
Metalen leidingen moeten voldoen aan de
vereisten van norm EN 1856.
De maximale kanaallengte moet worden be-
î
rekend op basis van het toegestane druk-
verschil dat wordt vermeld in de technische
specifi caties.
Aanbeveling
Vastgeklemd aan de huls
Vastgeklemd aan de huls
Een klem met beugel aan iedere leiding
î
Vastgeklemd in het midden of het einde van de leiding ter ondersteuning,
î
Gelijkmatige verdeling van klemmen,
î
Allow free movement of pipe
î
î Vastgeklemd in het midden van de leiding ter ondersteuning
î Zorg dat de leiding vrij kan bewegen
î Een klem met beugel aan iedere leiding
î Vastgeklemd in het midden of het einde van de leiding ter ondersteuningt,
î Gelijkmatige verdeling van klemmen
î Zorg dat de leiding vrij kan bewegen
î Om de 2 meter vastgeklem,
î Gelijkmatige verdeling van klemmen
î Zorg dat de leiding vrij kan bewegen
I
nstallatIe van het product
PP rookgasafvoerleidingen moe ten
î
de mogelijkheid hebben om uit te
zetten onder invloed van hitte. Laat
ongeveer 10 mm vrije ruimte tussen
de leiding en de aanslag van de mof.
I-39