Instructies voor radiozendinstallaties
Let er bij de planning op, dat er voldoende radio-ontvangst gegarandeerd is. Het bereik
van radiobesturingen wordt beperkt door wettelijke bepalingen voor radioapparatuur en
door de concrete bouwomstandigheden (als het radiosignaal door de muren en daken
moet dringen).
Om de ontvangstkwaliteit niet negatief te beïnvloeden, moet er minstens een afstand
van 30 cm tussen de radiozenders gerespecteerd worden. Daarom moeten zowel de
bedieningseenheid als ook het weerstation met voldoende afstand van andere
radiozenders
geïnstalleerd
worden.
Sterke
lokale
zendinstallaties
(bijv.
radiokoptelefoon), die op dezelfde frequentie (868,2 MHz) zenden, kunnen de
ontvangst verstoren. Bovendien mag de bedieningseenheid niet in directe nabijheid
van metalen oppervlaktes geïnstalleerd worden.
20