Instelling
Scherpte
Hiermee stelt u de fotoscherpte
in.
De instelling blijft van kracht tot u
deze wijzigt.
Belichtingsmeting
Hiermee beoordeelt u de
belichting van specifieke
gebieden in een compositie.
Deze instelling blijft van kracht tot u
de modus wijzigt of de camera
uitschakelt.
Autom. scherpstellen
Hiermee kiest u een instelling
voor automatisch scherpstellen.
De instelling blijft van kracht tot u
deze wijzigt.
Scherpstelgebied
Hiermee selecteert u een groot of
specifiek gebied waarop u wilt
scherpstellen.
De instelling blijft van kracht tot u
deze wijzigt.
www.kodak.com/go/support
Opties
Hoog
Normaal (standaard)
Laag
Multipatroon (standaard) – beoordeelt de
lichtomstandigheden over de gehele foto, zodat de
belichting altijd optimaal is. Ideaal voor het maken van
gewone foto's.
Integraalmeting – beoordeelt de lichtomstandigheden
van het onderwerp dat zich in het midden van de lens
bevindt. Ideaal voor onderwerpen in tegenlicht.
Centraal punt – vergelijkbaar met Integraalmeting, maar
de meting concentreert zich op een kleiner gebied van het
onderwerp dat zich in het midden van de lens bevindt.
Ideaal wanneer u in een specifiek gebied van de foto een
nauwkeurige belichting nodig hebt.
Continue AF (standaard voor video's) – omdat de
camera altijd scherpstelt, is het niet nodig om de
sluiterknop half in te drukken om scherp te stellen.
Eenmalig AF (standaard voor foto's) – gebruikt
TTL-AF (automatisch scherpstellen via de lens) als de
sluiterknop half is ingedrukt.
Multizone (standaard) – beoordeelt 5 gebieden zodat
de foto overal even scherp is. Ideaal voor het maken van
gewone foto's.
Centrale zone – beoordeelt het kleine gebied in het
midden van de lens. Ideaal voor een nauwkeurige
scherpstelling van een bepaald gebied op de foto.
Meer camerafuncties
NL
35