andere profielen schakelen behalve de vluchtstand
wanneer een headset met snoer is aangesloten.
De parameters van dit profiel kunnen worden
aangepast. Selecteer Menu > Instellingen >
Telefooninstellingen > Profielen > Headset >
Aanpassen om het aanpassingsscherm te openen.
U kunt dit scherm gebruiken om beltooninstellingen,
beltoonvolume, meldingstype, belsignaal, of extra
toon in te stellen.
Geluidsinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Telefooninstellingen >
Profielen > Algemeen > Aanpassen. Wijzigingen zijn
van toepassing op het actieve profiel. De volgende
geluidsinstellingen worden weergegeven:
1.
Beltooninstellingen: U kunt de toon voor
inkomende gesprekken, berichten en het
toetsenbord instellen.
2.
Volume: U kunt het volume instellen voor de beltoon
en de toetstoon.
3.
Meldingstype: U kunt het meldingstype instellen
voor inkomende oproepen en berichten. U kunt
kiezen tussen Alleen bellen, Alleen trillen, Trillen en
bellen, Trillen en daarna bellen.
4.
Belsignaal: U kunt het belsignaal voor uw oproepen
instellen. U kunt kiezen tussen Herhalen, Oplopend,
of Eenmaal piepen.
U kunt ringtones downloaden en opslaan
via Bluetooth of WAP. De ondersteunde
ringtonetypes zijn MIDI, MP3, WAV, AAC en
AMR.
5.
Extra toon: U kunt tonen instellen voor
waarschuwingen, fouten en een verbindingstoon
voor oproepen.
65