Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sonim XP5560 Gebruikershandleiding pagina 42

Inhoudsopgave

Advertenties

Om ongewenste toegang tot uw telefoon te voorkomen,
kunt u PIN-beveiliging inschakelen.
PIN-vergrendeling
U kunt PIN-vergrendeling activeren om ongewenste
toegang tot uw telefoon te voorkomen. De PIN is
afhankelijk van de provider.
Om PIN-vergrendeling in te schakelen
selecteert u Menu > Instellingen >
Beveiligingsinstellingen > PIN-vergrendeling >
Aan. Een melding om de PIN in te voeren verschijnt.
Voer de PIN in. Selecteer OK. Nadat dit is ingesteld,
wordt u telkens wanneer u de telefoon inschakelt
gevraagd de PIN in te voeren. Als de PIN-code
onjuist is, kunt u de telefoon niet gebruiken.
PIN wijzigen
Om de PIN-code te wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen > PIN wijzigen.
U kunt nu de PIN-code wijzigen.
PIN2 wijzigen
Om de PIN-code te wijzigen
1.
moet eerst PIN2 worden ingeschakeld voordat u
deze wijzigt. Selecteer om PIN2 in te schakelen
Menu > Oproepen > Oproepinstellingen > Vast
kiezen > Stand > AAN.
Selecteer om PIN2 te wijzigen Menu > Instellingen >
2.
Beveiligingsinstellingen > PIN2 wijzigen. U kunt nu
de PIN2-code wijzigen.
Telefoonblokkeringsstand
In de telefoonblokkeringsstand kan de telefoon
alleen gedeblokkeerd worden door het invoeren
van een wachtwoord. Selecteer om het
telefoonblokkeringswachtwoord in te voeren Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen >
Telefoonblokkering. Voer het standaard
telefoonblokkeringswachtwoord in om de telefoon te
blokkeren. Voer het wachtwoord nogmaals in om de
telefoon te deblokkeren.
Het standaard wachtwoord voor
telefoonblokkering is 1234.
Als telefoonblokkering is ingeschakeld, wordt u
telkens wanneer u de telefoon inschakelt gevraagd
het wachtwoord in te voeren. Selecteer om het
telefoonblokkeringswachtwoord te wijzigen Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen >
Telefoonblokkeringswachtwoord wijzigen. Voer het oude
en het nieuwe wachtwoord in en selecteer OK.
Controlebeveiliging
U kunt een wachtwoord instellen om ongewenste gebruik
van berichten, telefoonboek, oproepgeschiedenis,
bestandsbeheer, toetsenbord te voorkomen en oproepen
op uw telefoon te beperken. Doe het volgende om
gebruik te maken van deze functie:
1.
Selecteer Menu > Instellingen >
Beveiligingsinstellingen > Controle > Instellingen >
Aan. Een melding om het wachtwoord in te voeren
verschijnt. Voer het wachtwoord in. Selecteer OK.
Nadat dit is ingesteld, wordt u telkens gevraagd het
wachtwoord in te voeren wanneer een functie wordt
gebruik waarvoor de controlebeveiliging is ingesteld.
Als het wachtwoord onjuist is, kunt u de telefoon niet
gebruiken.
2.
Om de controlebeveiliging voor toegang tot berichten,
42

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave