2 Algemeen
De premixluchtverwarmer maakt gebruik van geavanceerde regelingen om zorg te dragen voor
een behaaglijke ruimtetemperatuur en een goede luchtverdeling.
De werking is dan ook anders dan de op een conventionele (gas)inspuiter en venturi
gebaseerde toestellen.
Het is daarom des te belangrijker dat de installatie en het onderhoud van dit toestel worden
uitgevoerd door gekwalificeerde personen, én volgens deze voorschriften.
2.1 Garantie
Het gebruik en/of de installatie van toestellen niet volgens dit instructieboek kan annulering van
de garantie inhouden.
3 Gebruiksrestricties
Belangrijk!
De installatie en het onderhoud van dit toestel dient te worden uitgevoerd door
gekwalificeerde personen, én volgens deze voorschriften.
3.1 Controle vooraf
Controleer vóór het uitpakken of het toestel overeenkomt met de bestelling én of het geschikt is
voor de plaatselijk aanwezige voorzieningen (gassoort, gasdruk, elektrische voorzieningen etc.)
Het toestel moet ook voldoen aan alle geldende plaatselijke en landelijke voorschriften.
Controleer ook of het toestel eenmaal geplaatst, geen gevaar of schade kan opleveren i.v.m.
bijvoorbeeld vocht, stof, ontvlambare of corrosieve gassen of dampen en/of brandbare
materialen. Zorg voor vrije aanzuig én uitblaasmogelijkheid, b.v. binnen 5m vanaf de voorkant
van het toestel mogen zich absoluut geen materialen (kunnen) bevinden.
Het toestel is voor het verlaten van de fabriek volledig getest op een veilige en juiste werking.
Daarbij is het afgeregeld op de gassoort die op het typeplaatje vermeld staat. Voor gebruik met
een andere gassoort is het toestel niet direct geschikt. Neem in dat geval absoluut contact op
met uw leverancier.
3.2 Beschermingsklasse
Het toestel heeft een beschermingsklasse IP20, dit betekent dat het toestel geschikt is voor
droge, niet stoffige omgevingen. Het toestel niet gebruiken in een omgeving met corrosieve of
chemisch agressieve gassen of dampen. Dit geldt ook voor de ruimtethermostaat.
3.3 Brandgevaarlijke ruimtes
Bij plaatsing als C-toestel in zgn. brandgevaarlijke ruimtes van een garage, moet de opstelling
voldoen aan NEN 2078, de industriële GAVO. Dit betekent dat de onderzijde van het toestel
hoger dan 1,7m van de vloer geplaatst dient te worden. (warmtewisselaar > 450° C). Deze
opstellingsruimte moet groter zijn dan 1.000m³ en een minimale vrije hoogte van 2.1m hebben,
verder is een ventilatie/infiltratie debiet van min. 600m³/h vereist. Is een en ander niet het geval,
dan dient eventueel een gasdetector geplaatst te worden, goedgekeurd conform NEN-EN-IEC
61779. Zie NEN 2078, hoofdstuk 8.5.1 en de NPR 3378-23.
3.4 Condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer.
Bij overschrijding van een bepaalde lengte van het rookgasafvoerkanaal bestaat er kans op
condensatie van de rookgassen. Hierdoor kan het isoleren van de afvoerbuizen of het plaatsen
van een condensafvoer noodzakelijk zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 6.
Instructieboek Premix Luchtverwarmer type XR 10 t/m 60
(NL 92h)
Pagina 3/20