STORINGEN VERHELPEN
WAARSCHUWING
De generator kan beschadigd raken indien de
ondergrens van het toerental op een te laag
niveau wordt ingesteld. Daarentegen kunnen
bij een hoge afstelling van het toerental
spanningsvallen
generatorset zwaar belast wordt.
Indien de uitgangsspanning bij een aangesloten belasting
varieert, kunt u trimmer "ST" afregelen om de responstijd
van de spanningsregelaar bij te stellen. Hiermee kunt u de
spanningsregelaar zodanig afregelen dat het eventuele
instabiele gedrag van de generator, veroorzaakt door de
belasting, verminderd wordt.
5.3.2
Controle van de remanent spanning en
procedure onafhankelijke bekrachtiging
(flashing)
Als het remanent magnetisme verdwenen is, is er ook
geen remanente spanning. Het remanent magnetisme kan
verdwijnen door langdurig stilstaan of kortsluiting. Het
probleem kan worden opgelost door de spoel van het veld
van de opwekker onafhankelijk te bekrachtigen ("flashen"),
nadat
u
eerst
de
spanningsregelaar
losgekoppeld.
Sluit
een
rechtstreeks aan op de draden van de spanningsregelaar;
let hierbij op de juiste polariteit! (afb. 25)
BLACK=ZWART; RED=ROOD
Afb.25 Controle van de remanente spanning en procedure
onafhankelijke bekrachtiging.
Indien u hiervoor de startaccu gebruikt, zorg er dan voor
dat deze voorzien is van een zekering en beperk de
stroom met behulp van een weerstand van 30 Ohm. Het
("flashen" kan worden uitgevoerd terwijl de motor loopt
met alle bedrading aangesloten. Met behulp van een
variabele spanningsbron ("variac") kunt u de spanning
handmatig regelen.
34
ontstaan
indien
de
(AVR)
hebt
12
Volt
spanningsbron
WAARSCHUWING
Indien u de startaccu gebruikt om te "flashen"
dient u de grootste voorzichtigheid in acht te
nemen. Een kortsluiting kan heftige vonken
veroorzaken, brand en verwondingen. De
neiging bestaat om te schrikken en de draden
los te laten met een regelrechte kortsluiting
als gevolg.
Als de spanning niet terug komt door te "flashen" en dus
door
een
onafhankelijke
gelijkrichtdiodes
weerstandswaarden van de wikkelingen gecontroleerd
worden.
5.3.3
Testen diode in de rotor
De dioden in de rotor kunnen worden gecontroleerd met
behulp van een multimeter. De dioden zijn geïntegreerd in
een gelijkrichterblok. Indien alle dioden defect zijn, geeft
de de generator geen spanning. Indien één of meer
dioden defect zijn zal de generator een te lage
uitgangsspanning geven.
Afb. 26. Plaats van het gelijkrichterblok
Copyright © 2009 Mastervolt / December 2009 / WHISPER 25 ULTRA / NL
bekrachtiging,
getest
worden
en
moeten
moeten
de
de