BEDIENING
3 BEDIENING
3.1
Algemeen
De generatorset is gebruiksklaar na installatie en het
vullen van de brandstoftank met diesel, de motor met
motorolie en koelvloeistof, de accu met accuzuur
(Mastervolt accu's kunnen en mogen niet gevuld worden)
en het aansluiten van het afstandsbedieningspaneel.
1
1
Maximum oliepeil
2
Minimum oliepeil
2
Fig. 17 Oliepeilstok met markeringen.
3.2
Bedieningshandleiding
3.2.1
Verkorte bedieningsvoorschriften
(dagelijks gebruik)
Controleer alvorens te starten:
1
Het oliepeil (zie afbeelding 17).
2
Koelwatersysteem
inclusief
kranen open).
3
Stand keuzeschakelaar generator/wal/uit; moet op
"uit"
staan
of
alle
afgeschakeld.
4
Zet de accuschakelaar aan (indien aanwezig).
5
Brandstofkraan: open.
Het starten van de generatorset:
Druk op de startknop waarna de automatische
startprocedure begint die u kunt volgen op het
display.
20
inlaatfilter
(met
alle
gebruikers
moeten
zijn
Controles bij draaiende generatorset:
1
Controleer of u abnormale geluiden hoort na het
starten van de generatorset
2
Controleer
de
meetinstrumenten.
3
Controleer bij de uitlaat de doorstroming van
koelwater.
4
Zet de keuzeschakelaar in de stand GENERATOR.
5
Laat de motor warmdraaien voordat u de generatorset
volledig belast. Gedurende de eerste 50 draaiuren
mag de generator met niet meer dan 70% continu
belast worden.
Stoppen van de generatorset:
1
Schakel alle gebruikers af. Indien de generatorset
gedurende langere tijd op vol vermogen heeft
gedraaid, moet u deze niet plotseling uitschakelen.
Verminder eerst de belasting tot circa 30% en laat de
generatorset onder deze belasting nog ongeveer vijf
minuten doordraaien.
2
Druk op de STOP knop.
3
Sluit de buitenwaterkranen van het koelwater.
4
Schakel
het
beschikbare voeding.
3.2.2
Uitgebreide bedieningsvoorschriften
Controleer bij de eerste keer starten of na lange
periode van stilstand:
1
Of er schade is ontstaan tijdens het transport of het
inbouwen.
2
Of de generatorset is ingebouwd volgens voorschrift.
3
Of de generatorset vrij kan draaien en nergens
aanloopt.
4
Controleer alle slangverbindingen en slangklemmen
op lekkage.
5
Controleer of de stekers en de bedrading nog goed
bevestigd zijn.
6
Controleer de zichtbare bouten van motor en
generatorset.
Copyright © 2009 Mastervolt / December 2009 / WHISPER 25 ULTRA / NL
waarden
van
uw
boordnet
over
op
een
elektrische
andere