46
TZIDC, TZIDC-110, TZIDC-120 DIGITALE STANDSTELLER | CI/TZIDC/110/120-NL REV. E
... 8 Ingebruikname
... TZIDC-110 / TZIDC-120
Bedrijfsmodi
Selectie uit de werkinterface:
1. MODE indrukken en ingedrukt houden.
2. Bovendien nog zo vaak als nodig kort indrukken. De
geselecteerde bedrijfsmodus wordt afgebeeld.
3. MODE loslaten.
De stand wordt in % of als draaihoek afgebeeld.
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodusindicatie
1.1
Positionering met vaste
nominale waarde
Nominale waarde met
of verstellen.
1.2
Handmatige verstelling *
in het werkbereik.
Met of verstellen **
1.3
Handmatige verstelling *
in het sensorbereik.
Met of verstellen **
*
Positionering niet actief.
** Voor snelle werking: en tegelijk indrukken.
Jumperconfiguratie
Alleen bij TZIDC-120
Op de hoofdprintplaat zitten twee jumpers waarmee de
simulatiemodus en de schrijftoegang vrijgegeven of
geblokkeerd kunnen worden.
De jumpers moeten daarbij als volgt geplaatst worden (zie
tekening):
Afbeelding 24: Jumpers TZIDC-120
Standindicatie
M10906b
Steekbrug
Positie
1
A
B
2
A
B
*
Standaardinstelling (volgens Fieldbus Foundation standaard)
Standaard zelfkalibratie
Aanwijzing
De standaard zelfkalibratie leidt niet altijd tot het optimale
regelresultaat.
Standaard zelfkalibratie voor lineaire aandrijvingen*
1. MODE indrukken en ingedrukt houden tot ADJ_LIN afgebeeld
wordt.
2. MODE indrukken en ingedrukt houden tot de countdown is
afgelopen.
3. MODE loslaten, standaard zelfkalibratie wordt gestart.
Standaard zelfkalibratie voor zwenkaandrijvingen*
1. ENTER indrukken en ingedrukt houden tot ADJ_ROT
afgebeeld wordt.
2. ENTER indrukken en ingedrukt houden tot de countdown is
afgelopen.
3. ENTER loslaten, standaard zelfkalibratie wordt gestart.
Bij een succesvolle standaard zelfkalibratie worden de
parameters automatisch opgeslagen en keert de standsteller
terug naar bedrijfsmodus 1.1.
Als tijdens de standaard zelfkalibratie een fout optreedt, wordt
het proces met een foutmelding afgebroken.
Bij het optreden van een fout de volgende stappen doorlopen:
1. De bedieningstoets of gedurende ca. 3 seconden
indrukken en ingedrukt houden.
Het apparaat schakelt om naar de werkinterface, in
bedrijfsmodus 1.3 (handmatige verstelling in het meetbereik).
2. De mechanische bevestiging overeenkomstig Mechanische
bevestiging op pagina 27 controleren en de standaard
zelfkalibratie herhalen.
*
De nulpuntstand wordt bij de standaard zelfkalibratie automatisch bepaald
en opgeslagen, voor lineaire aandrijvingen linksdraaiend (CTCLOCKW) en
voor zwenkaandrijvingen rechtsdraaiend (CLOCKW).
Functie
Simulatie geblokkeerd*
Simulatie vrijgegeven
Schrijftoegang geblokkeerd
Schrijftoegang vrijgegeven*