Aansluiting Op Apparaat - Tzidc Control Unit Voor Externe Wegsensor - ABB TZIDC Instructie
Verberg thumbnails
Zie ook voor TZIDC:
- Gebruikershandleiding (36 pagina's) ,
- Handleiding (64 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
TZIDC, TZIDC-110, TZIDC-120 DIGITALE STANDSTELLER | CI/TZIDC/110/120-NL REV. E
hange from two to one column
Aansluiting op apparaat - TZIDC Control Unit voor externe wegsensor
M 20 mm /
NPT
1/2"
3
1 Aansluitklemmen voor externe wegsensor
2 Externe wegsensor
Afbeelding 22: Aansluiting TZIDC Control Unit met externe wegsensor (voorbeeld)
Change from one to two columns
In de uitvoering "TZIDC voor externe wegsensor" wordt de
standsteller zonder wegsensor geleverd.
De behuizing (TZIDC Control Unit) bevat de elektronica en
pneumatiek, alsmede eventueel de volgende opties:
•
Analoge standterugmelding
•
Digitale standterugmelding
Er kan een willekeurige wegsensor (4 tot 30 kΩ, met
kabelbreukdetectie 4 tot 18 kΩ) aangesloten worden.
1
M 20 mm /
NPT
1/2"
4
3 EMC-kabelwartel
4 Afgeschermde aansluitkabel
Standsteller (TZIDC Control Unit) en externe wegsensor
aansluiten en daarbij de volgende instructies in acht nemen:
•
Voor de verbinding moet een afgeschermde 3-aderige kabel
met een maximale lengte van 10 m (33 ft) worden gebruikt.
•
De kabel door de EMC-kabelwartels in de aansluitruimte
voeren. Ervoor zorgen dat de afschermingen goed in de EMC-
kabelwartels zitten.
•
De kabels volgens het aansluitschema aansluiten en de
bouten van de aansluitklem handvast aandraaien.
•
De elektrische aansluiting van de TZIDC Control Unit alsmede
de optionele module vindt plaats zoals in Aansluitingen
TZIDC / TZIDC Control Unit op pagina 33 beschreven.
•
Bij een niet-geleidende bevestiging van de TZIDC Control
Unit moet de behuizing worden geaard (behuizing van TZIDC
Control Unit en externe wegsensor op hetzelfde elektrische
potentiaal), omdat anders regelafwijkingen van de analoge
standterugmelding kunnen optreden.
•
Gebruik adereindhulzen bij de aansluiting.
•
De pneumatische uitgangen moeten worden verbonden met
de aandrijving m.b.v. leidingen met een diameter van
minimaal 6 mm (0,23 in).
•
Bij gebruik op een cilinder is het aan te bevelen vanwege de
lineariteit de zelfkalibratie voor zwenkaandrijvingen uit te
voeren.
3
41
2
M10903
Advertenties
Inhoudsopgave
