Storingen opsporen en verhelpen
PROBLEEM
Lage pompuitvoer
Uitzonderlijk sterke verflekkage
in de halspakkingmoer
Er spat materiaal uit het pistool
De pomp is moeilijk voor te
pompen
De koppeling piept elke keer als
hij ingrijpt
Hoog toerental van de motor bij
nullast
nullast
6
309414
OORZAAK
De zeef (31) is verstopt
De zuigerkogel (206) zit niet goed
De zuigerpakkingen zijn versleten of beschadigd
De O-ring (227) in de pomp is versleten of
beschadigd
De kogel van het inlaatventiel zit niet goed
De kogel van het inlaatventiel zit vol materiaal
Het toerental van de motor is te laag
De koppeling is versleten of beschadigd
De druk is te laag afgesteld
Het materiaalfilter (318), het tipfilter of de tip is
verstopt of vuil
Grote drukval in de slang bij zware
materialen
De halspakkingmoer zit los
De halspakkingen zijn versleten of beschadigd
De verdringerstang is versleten of beschadigd
Lucht in de pomp of de slang
De tip is deels verstopt
Geringe of geen materiaalaanvoer
Lucht in de pomp of de slang
Het inlaatventiel lekt
De pomppakkingen zijn versleten
De verf is te dik
Het toerental van de motor is te hoog
De oppervlakken van de koppeling passen niet op
elkaar als ze nieuw zijn en ze kunnen lawaai maken
Verkeerde afstelling van de gasklepstand
Versleten motorregulateur
OPLOSSING
Reinig de zeef. De zeef van spuittoestel 233716 is
alleen voor gebruik in verf.
Geef de zuigerkogel een onderhoudsbeurt.
Handleiding 309277.
Vervang de pakkingen. Handleiding 309277.
Vervang de O-ring. Handleiding 309277.
Reinig het inlaatventiel. Handleiding 309277.
Reinig het inlaatventiel. Handleiding 309277. Laat
spuittoestel 233716 niet langer dan 5 minuten onder
druk staan als u textuurmateriaal spuit maar niet
actief spuit.
Verhoog de gasklepafstelling. Handleiding 309413.
Vervang de koppeling. Handleiding 309890.
Verhoog de druk. Handleiding 309413.
Reinig het filter. Handleiding 309413 of 309093.
Gebruik een slang met een grotere doorsnede en/of
verminder de totale slanglengte. Als u meer dan
30,5 m slang met een doorsnee van 6,35 mm
gebruikt, dan heeft de slang een sterke negatieve
uitwerking op de prestaties van het spuittoestel.
Gebruik voor optimale prestaties een slang met een
doorsnee van 9,5 mm (minimaal 15,25 m).
Verwijder de afstandsmoer van de halspakking. Draai
de halspakkingmoer net voldoende aan om het lekken
te stoppen.
Vervang de pakkingen. Handleiding 309277.
Vervang de stang. Handleiding 309277.
Controleer alle materiaalaansluitingen en draai ze
vast. Opnieuw voorpompen. Zie handleiding 309413.
Reinig de tip. Handleiding 309093.
Vul de materiaalvoorraad bij. De pomp voorpompen.
Zie handleiding 309413. Controleer de materiaalvoor-
raad vaak om te voorkomen dat de pomp droogloopt.
Controleer alle materiaalaansluitingen en draai ze
vast. Verminder het toerental van de motor en laat de
pomp zo langzaam mogelijk draaien tijdens het
voorpompen.
Reinig het inlaatventiel. Controleer goed of de kogel-
zitting niet verbogen of versleten is en dat de kogelzit-
tingen goed zijn. Zet het ventiel weer in elkaar.
Vervang de pomppakkingen. Handleiding 309277.
Verdun de verf conform de aanwijzingen van
de leverancier
Verlaag de gasklepstand voordat u de pomp
voorpompt. Handleiding 309413.
De oppervlakken van koppelingen moeten op elkaar
inslijten. Het geluid zal na een dag draaien langzaam
verdwijnen.
Stel de gasklepstand af op 3700 t/min bij nullast
Vervang de motorregulateur of geef hem een
servicebeurt