Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

WAARSCHUWING
INJECTIEGEVAAR
Het systeem moet handmatig worden ontlast
om te voorkomen dat het onverwacht start of
gaat spuiten. Materiaal onder hoge druk kan
door de huid worden geïnjecteerd en ernstig letsel
veroorzaken. Om het risico van letsel als gevolg van
vloeistofinjectie, vloeistofspatten of bewegende
onderdelen te verkleinen, dient u de
Drukontlastingsprocedure te volgen telkens als u:
D leest dat de druk moet worden ontlast,
D ophoudt met spuiten,
D het systeem of een deel van het apparaat nakijkt of er
onderhoud aan pleegt,
D een spuittip aanbrengt of reinigt.
Drukontlastingsprocedure
1.
Zet de trekker van het pistool op de veiligheidspal.
2.
Zet de ON/OFF-schakelaar van de motor op OFF (UIT).
3.
Zet de pompschakelaar op OFF en draai de
drukregelingsknop volledig linksom.
4.
Haal het pistool weer van de vergrendeling. Houd een
metalen gedeelte stevig tegen een geaard metalen vat
en druk de trekker van het pistool in om de druk te
ontlasten.
5.
Zet de trekker van het pistool op de veiligheidspal.
6.
Open de drukontlastkraan. Laat de kraan open zolang
niet weer met het pistool gespoten wordt.
Als u vermoedt dat de spuittip of de slang geheel verstopt is,
of dat de druk niet volledig afgebouwd is na het uitvoeren van
bovengenoemde stappen, draai dan HEEL LANGZAAM de
bevestigingsmoer van de spuittip, of de slangkoppeling iets
los, en laat de druk geleidelijk ontsnappen. Draai de moer
daarna pas geheel los. Verwijder dan de verstopping uit de
tip of de slang.
VOORZICHTIG
Voor meer gedetailleerde uitleg over motoronderhoud en
-specificaties, zie de meegeleverde gebruikershandleiding
voor de Honda-motor.
DAGELIJKS: Controleer het oliepeil in de motor; zonodig
bijvullen.
DAGELIJKS: Kijk de slang na op slijtage en beschadiging.
4
309414

Onderhoud

DAGELIJKS: Controleer of de veiligheidsfuncties van het
pistool goed werken.
DAGELIJKS: Controleer of het drukontlastventiel goed
werkt.
DAGELIJKS: De benzinetank controleren en vullen.
NA DE EERSTE 20 GEBRUIKSUREN:
Tap de motorolie af en vul weer met schone olie. Zie de
Gebruikershandleiding door Honda-motoren voor de juiste
viscositeit van de olie.
WEKELIJKS: Verwijder het deksel van het luchtfilter en
reinig het element. Indien nodig, het element vervangen.
Als u in een ongebruikelijk stoffige omgeving werkt, moet u
het filter dagelijks controleren en zonodig vervangen.
Pak na elke pompwissel het bovenste naaldlager van de
verbindingsstang (22) in.
Vervangingselementen zijn verkrijgbaar bij uw plaatselijke
HONDA-dealer.
WEKELIJKS: Controleer het peil van de TSL in de
pakkingmoer van de verdringerpomp. Indien nodig, de moer
vullen. Laat TSL in de moer zitten om te voorkomen dat er
materiaal aankoekt op de zuigerstang en dat pakkingen te
snel slijten.
NA ELKE 100 GEBRUIKSUREN:
Ververs de motorolie. Zie de Gebruikershandleiding door
Honda-motoren voor de juiste viscositeit van de olie.
BOUGIE: Alleen BPR6ES (NGK) of W20EPR–U
(NIPPONDENSO) bougies gebruiken. De elektrodeafstand
van de bougie moet 0,7 tot 0,8 mm zijn. Gebruik een
bougiesleutel om een bougie te verwijderen of aan te
brengen.
Zwenkwiel
(Zie de letteraanduidingen in de Onderdelen tekening
op blz. 22)
1.
Draai de moer (164m) eenmaal per jaar aan, totdat de
veerring er aan de onderzijde uitkomt. Draai de moer
vervolgens 1/2 tot 3/4 slag terug.
2.
Draai de moer (62) eenmaal per jaar aan, totdat hij de
veerring begint in te drukken. Draai de moer vervolgens
nog 1/4 slag vaster.
3.
Vet eenmaal per maand het wiellager (F) in.
4.
Controleer pen (164e) op tekenen van slijtage. Als de
pen versleten is, is er speling in het zwenkwiel. Keer de
pen om of vervang hem als dat nodig is.
5.
Controleer de uitlijning van het zwenkwiel, indien nodig.
Uitlijnen: draai de bout (154) los, lijn het wiel uit en draai
de bout (154) weer vast.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave