LAN instellen
U kunt het IP-adres, subnetmasker en gatewayadres van de centrale bediening instellen.
1.
Druk op de knop LAN SETTING (LAN INSTELLEN) in het scherm OPERATOR MENU
(MENU OPERATOR).
2
3
4
5
2.
Stel het IP-adres in en bekijk het (standaard: 192.168.0.120).
Geef het IP-adres van de centrale bediening op.
Druk op een IP-adres om het in te stellen. Het IP-adres wordt getoond.
3.
Stel een subnetmasker in en bekijk het (standaard: 255.255.255.0).
Geef het subnetmasker van de centrale bediening op.
Druk op een subnetmasker om het in te stellen. Het subnetmasker wordt getoond.
4.
Stel het adres van de standaardgateway in en bekijk het (standaard: blanco).
Geef het adres van de standaardgateway van de centrale bediening op.
Druk op een gatewayadres om het in te stellen. Het adres van de standaardgateway wordt
getoond.
5.
Druk op de knop SET (INSTELLEN).
Druk op de knop Cancel (Annuleren) om de wijziging te annuleren.
•
Met de knop OPERATOR MENU (MENU OPERATOR) keert u terug naar het
OPERATOR MENU (MENU OPERATOR).
Opmerking
Door het bovenstaande in te stellen kunt u het online controlesysteem gebruiken.
Zie de gebruikershandleiding van het online controlesysteem voor meer informatie.
pagina 10
– 48 –