Inhoudsopgave
Advertenties
10. HANDLEIDING BIJ ALARM
De pomp en de andere systeemonderdelen mogen alleen worden onderhouden en gerepareerd door gekwalificeerde hydraulische technici. Om
de oorzaak van het probleem te vinden, moet u bij de diagnose het volledige systeem in aanmerking nemen.
Raadpleeg de alarmtabel voor een overzicht van alarmen met mogelijke oorzaken. De alarmtabel bevat niet alle denkbare storingen en is alleen
bedoeld als hulpmiddel bij de diagnose van de meest voorkomende problemen. Neem voor reparatie contact op met het dichtstbijzijnde erkende
Enerpac-servicecentrum.
PROBLEM
De cilinder loopt niet uit, of
langzaam of met horten en
stoten.
De cilinder loopt uit, maar
houdt de druk niet vast.
Cilinder wordt niet
ingetrokken.
Verkeerde draairichting
motor.
Alarmlampje brandt.
Manometer geeft geen druk
weer.
Doc L4447_c_NL
MOGELIJKE OORZAAK
A.
Laag oliepeil in het pompreservoir.
B.
Drukbegrenzingsklep is open.
C.
Losse hydraulische koppeling.
D.
Lucht in het systeem.
E.
Plunjer zit vast.
A.
Lekkende olieaansluiting.
B.
Lekkende afdichtingen.
C.
Inwendige lekkage in de pomp.
A.
Teveel olie in pompreservoir.
B.
Losse hydraulische koppeling.
C.
Lucht in het systeem.
D.
De oliestroom naar de cilinder is
geblokkeerd.
E.
De binnendiameter van de slang is
te smal.
F.
Geen belasting bij een cilinder met
lastretour.
G.
Stroomregelklep is gesloten.
A.
De motorfasen zijn verkeerd-om.
A.
Thermische beveiliging tegen
overbelasting is geactiveerd.
B.
De gelijkstroombeveiliging is
geactiveerd.
A.
Naaldafsluiter is dicht.
SOLUTION
A.
Voeg olie toe aan de pomp.
B.
Sluit de drukbegrenzingsklep van de pomp.
C.
Controleer of alle koppelingen goed vast
zitten.
D.
Ontluchten.
E.
Controleer de cilinder op schade. Laat de
cilinder zo nodig repareren door een erkend
Enerpac-servicecentrum.
A.
Controleer of alle verbindingen goed
vastzitten.
B.
Spoor lekkage(s) op en laat apparatuur
nakijken door een Enerpac-servicecentrum.
C.
Laat de pomp zo nodig repareren door een
erkend Enerpac-servicecentrum.
A.
Tap olie af tot aan de vol-indicatie.
B.
Controleer of alle koppelingen goed
vastzitten.
C.
Ontluchten.
D.
Controleer of de koppelingen correct zijn
aangesloten en goed zijn aangedraaid, en of
de kleppen goed werken.
E.
Gebruik een slang met een grotere diameter.
F.
CLL- en CLS-cilinders zijn cilinders met
lastretour. De cilinder wordt volledig
ingetrokken met behulp van de kracht van de
last.
G.
Open de stroomregelklep.
A.
Verwissel twee motorfasen.
A.
Open de elektriciteitskast en reset de
beveiliging tegen thermische overbelasting.
B.
Open de elektriciteitskast en reset de
gelijkstroombeveiliging. Als het probleem
aanhoudt, laat de pomp dan repareren door
een erkend Enerpac-servicecentrum.
A.
Open de naaldafsluiter om druk toe te laten in
de manometer.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
