Figuur 15: Drukbegrenzingsklep
8.5 De hydraulische druk vrijgeven
Met uitgeschakelde motor (elektromagnetische kleppen):
1.
Gebruik de afstandsbediening om de cilinders te selecteren die
u drukvrij wilt maken (figuur 9, item 1).
2.
Druk op de decompressieknop in de elektriciteitskast
(afbeelding 8, item 6).
3.
Druk tegelijkertijd op de intrekknop of de uitloopknop van de
afstandsbediening (figuur 9, item 2 of 3).
De elektromagnetische kleppen leiden de oliestroom naar het
reservoir, waardoor de drukleiding drukvrij wordt gemaakt.
8.6 Doorstroomregeling in leiding A
Figuur 16: Stroomregelklep
Op de uitlaten van leiding A van een SFP-pomp zijn stroomregelkleppen
geïnstalleerd. Deze kleppen kunnen worden gebruikt om de
vloeistofsnelheid voor het neerlaten van lasten handmatig te wijzigen
door het afknijppunt te verhogen of te verlagen.
Wanneer de klep met de klok mee wordt gedraaid, wordt de
olieopbrengst verlaagd en wanneer de klep tegen de klok in wordt
gedraaid, wordt de opbrengst verhoogd.
De knop voor handmatige aanpassing kan vijf hele slagen worden
rondgedraaid. De laatste twee slagen zijn niet van invloed op de
olieopbrengst (zie de tabel hieronder). Aan de rechterkant van de klep
bevindt zich een referentielijn.
Wanneer de gebruiker de stroomregelklep aanpast om de
olieopbrengst te verminderen, kan hij ongewild een blokkade
veroorzaken waardoor de druk in de cilinder boven het maximale
systeemdruk stijgt. Controleer tijdens het neerlaten de druk met
behulp van de manometer op leiding A (item 12 in de figuren 10 en
12; item 13 in de figuren 11 en 13).
Doc L4447_c_NL
LET OP
Slag
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
4,5
5,0
9. Onderhoud
Om te kunnen anticiperen op storingen van welke aard dan ook, is
het noodzakelijk om prognostisch onderhoud te doen. Hierbij wordt
voorspeld welke basiselementen gaan slijten. Hieronder staan de
belangrijkste punten waarmee rekening moet worden gehouden bij
het uitvoeren van prognostisch onderhoud:
9.1 Oliepeil controleren
Controleer het oliepeil van de pomp vóór het opstarten van het
systeem. Vul indien nodig de olie bij door het deksel van de vulopening
te verwijderen.
OPMERKING
Controleer altijd of de cilinder volledig is teruggelopen voordat u de
vloeistof in het reservoir bijvult.
9.2 Olie verversen en het oliereservoir reinigen
Enerpac HF-olie heeft een heldere blauwe kleur. Controleer regelmatig
de olie op mogelijke verontreiniging door de olie in het pompreservoir
te vergelijken met nieuwe Enerpac-olie. Vervang de olie en het
retourfilter wanneer het retourfilter verstopt is.
Als vuistregel geldt: laat het reservoir na elke 250 gebruiksuur volledig
leeglopen en maak het schoon, of doe dit vaker als het systeem in een
verontreinigde omgeving wordt gebruikt.
OPMERKING
Werk op een schone werkbank en voer alle gebruikte olie af volgens
de lokale voorschriften.
1.
Schroef bij modellen van 10 of 40 liter de bouten van de
afdekplaat los van het reservoir en til de pompeenheid uit het
reservoir (zorg ervoor dat u het filterscherm niet beschadigt). Bij
modellen van 150 liter moet u het voorste deksel losschroeven
om toegang te krijgen tot de binnenkant van het reservoir.
2.
Laat alle olie uit het reservoir lopen.
3.
Maak de binnenkant van het reservoir en de reservoirmagneet
grondig schoon met een geschikt reinigingsmiddel.
4.
Zet de pomp en het reservoir weer in elkaar (modellen van 10
en 40 liter) of plaats het deksel weer op het reservoir (modellen
van 150 liter).
5.
Verwijder de ontluchtingsschroef. Zie paragraaf 9.3 voor meer
informatie.
Olieopbrengst (lpm)
0,15
0,45
0,75
1,05
1,4
2,1
4,1
29,5
29,5
29,5
17