Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSAANWIJZING EN RIJ-INSTRUCTIES
WERKING EN RIJ-INSTRUCTIES
NL
PARKEREN
Als u parkeert:
1. Schakel de richtingaanwijzer van tevoren in en controleer op naderende voertuigen.
2. Sluit de gashendel en rem langzaam, zodat het remlicht gaat branden en voertuigen die achterop komen worden
gewaarschuwd.
3. Schakel de richtingaanwijzer uit wanneer het voertuig stopt.
4. Zet de hoofdschakelaar in de UIT-stand om de motor uit te schakelen.
5. Zet de scooter op de hoofdstandaard.
6.
Vergrendel bij het parkeren altijd het stuur om diefstal te voorkomen.
Om de stuurstang te vergrendelen:
•
Draai het stuur volledig naar links (of rechts).
•
Druk op de hoofdschakelaar en zet hem in de stand "VERGRENDELD". De besturing is geblokkeerd. Na 5 sec. wordt het
voertuig vergrendeld en na 30 sec. wordt het antidiefstalsysteem geactiveerd.
•
Om te ontgrendelen, zet u de hoofdschakelaar in de stand " UIT" en draait u het stuur naar rechts (of links).
• Parkeer de scooter op een vlakke en stabiele ondergrond om te voorkomen dat hij valt.
• Wanneer u parkeert op een helling, moet u de scooter met de voorkant naar boven plaatsen om te voorkomen dat hij valt.
•
Vermijd parkeren op een helling of op een zachte ondergrond, omdat het voertuig dan kan vallen.
LET OP
De staat en de goede werking van uw scooter hangen af van hoe vaak u het juiste onderhoud, periodieke inspectie, afstelling en smering uitvoert.
De volgende instructies zullen u helpen om uw voertuig in een goede staat te houden.
36
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
