Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSAANWIJZING EN RIJ-INSTRUCTIES
ACCU-INFORMATIE
NL
Tijdens het opladen is het indicatielampje op de oplader ROOD. Wanneer het opladen voltooid is, zal het indicatielampje GROEN
worden. Als het GROENE lampje knippert, betekent dit dat hij in de stand-bymodus staat en er geen accu wordt gedetecteerd.
LET OP
•
Om schade aan de accu te voorkomen mag u alleen de oplader gebruiken die bij uw elektrische scooter is geleverd.
•
De oplaadomgeving moet droog zijn, een lage temperatuur hebben en goed geventileerd zijn. De aanbevolen
omgevingstemperatuur voor de laadprocedure is 0 °C - 35 °C.
•
Laad de accu regelmatig op en vermijd dat deze volledig ontlaadt. Voor een maximale levensduur van de accu moet u het
accuniveau tussen 20% en 80% houden.
•
Laad de accu gedurende 5-7 uur op, afhankelijk van de gebruiksfrequentie. Dagelijks opladen wordt aanbevolen om ervoor te
zorgen dat uw voertuig vol
•
Vermijd het gebruik van uw elektrische scooter wanneer de laadindicator van de accu op één streepje staat.
• De accu is verzegeld en kan NIET door de gebruiker worden onderhouden.
• De scooter heeft een veilige modus. Naarmate de accu ontlaadt, daalt de maximumsnelheid van het voertuig om de berijder te
helpen zijn/haar bestemming te bereiken. Als de accu nog 15% meegaat, wordt de maximumsnelheid van de scooter verlaagd tot
40 km/u of 20 km/u, afhankelijk van uw voertuigversie (L3e of L1e), zie de tabel hieronder. Het wordt aanbevolen de accu op te
laden voordat het niveau in deze reserve terechtkomt.
De accu voor de eerste keer opladen
1. Haal de accu uit het accuvak.
2. Sluit de oplader eerst aan op de accu en vervolgens op een stopcontact van 220 V.
3. Laad de accu voor de eerste keer voor de volle 100% op en controleer daarbij de led-indicator op de oplader.
4.
Herhaal dezelfde procedure voor de eerste 4-5 ladingen. Dit zal ervoor zorgen dat de accu zijn volledige capaciteit bereikt
vermogen is en op elk moment kan worden gebruikt.
27
NL
.
Advertenties
Inhoudsopgave
