Hoofdstuk 4. Het vervangen van de onderdelen voltooien
Nadat u de onderdelen hebt vervangen, plaatst u de kap terug en sluit u alle los-
gekoppelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen. Afhankelijk van
het onderdeel dat u hebt vervangen, kan het bovendien nodig zijn om te controle-
ren of de bijgewerkte informatie in het programma Setup Utility correct is. Zie het
gedeelte "Het programma Setup Utility gebruiken" in de publicatie Handboek voor
de gebruiker voor dit product.
U voltooit het vervangen van onderdelen als volgt:
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn
2. Zorg dat de kabels goed worden geleid.
3. Sluit de kap van de computer.
4. Als de kap voorzien is van een slot, vergrendelt u het slot.
5. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie "Aansluitin-
6. Als u de systeemplaat of de microprocessor hebt vervangen, moet u het BIOS
7. Om de configuratie bij te werken, raadpleegt u "Het programma BIOS Setup
Opmerking: In de meeste landen verlangt Lenovo dat de defecte CRU wordt gere-
tourneerd. Informatie hierover vindt u bij de CRU, of ontvangt u enkele dagen
nadat de CRU is afgeleverd.
Het BIOS bijwerken (flashen) vanaf een diskette of CD-ROM
Om het BIOS vanaf een diskette of CD-ROM bij te werken (flashen), doet u het
volgende:
© Lenovo 2005, 2007. Gedeelten © IBM Corp. 2005.
teruggeplaatst en of alle losse schroeven en stukken gereedschap uit de compu-
ter zijn verwijderd. Zie "De plaats van interne onderdelen" op pagina 7 voor
de locatie van de verschillende componenten.
Belangrijk
Leid alle voedingskabels goed door de computer zodat ze de stations-
houder niet in de weg zitten. Houd de kabels uit de buurt van de schar-
nieren en de zijkanten van het computerchassis.
gen aan de achterkant van de computer" op pagina 6.
bijwerken (flashen). Zie "Het BIOS bijwerken (flashen) vanaf een diskette of
CD-ROM".
Utility starten" in de publicatie ThinkStation Handboek voor de gebruiker.
Belangrijk
Start het programma Setup Utility om uw systeeminformatie te bekijken. Zie
"Het programma Setup Utility gebruiken" in de publicatie Handboek voor de
gebruiker voor dit product. Als het serienummer en het computertype/model
niet overeenkomen met wat afgedrukt is op het label van uw computer, moet
u het BIOS bijwerken (flashen) om het serienummer en het computertype/
model te wijzigen.
43