Uw installatie bestaat uit één verwarmingsgebied
met radiatoren of directe vloerverwarming.
6.2 De lengte van de geveldoorvoer aanpassen voor Isofast ketels van het type F
LUCHTSTROOMINST
LUCHTSTROOMINSTSCODE
• Kies de
van de installatie
C
Concentrische horizontale
O
geveldoorvoer bovenkant (C12)
D
Lengte (L)
E
0
0,3 m
1
0,5 m
2
0,6 m
3
0,7 m
4
0,8 m
5
0,9 m
6
1 m
7
1,2 m
8
1,5 m
9
1,7 m
10
2 m
6.3 De maximum radiatortemperatuur kiezen
MAX T° RADIATOREN
6.4 De minimum radiatortemperatuur kiezen
MIN T° RADIATOREN
6.5 De werkwijze van de pomp kiezen
POMPMODE
MET THERMOSTAAT
De werking
vloerverwarming, waar men als volgt moet kiezen :
7 - De Isobox aanmelden
• Als u een aparte Isobox voorraadboiler hebt geïnstalleerd, dient u deze bij de ketel aan te melden.
ISOBOX MODULE
NA HET INSTELLEN, drukt u ongeveer 5 seconden op
te keren naar het beginscherm.
6 7 8 9 10
5
OK
4 3 2 1 0
afhankelijk van de lengte van de doorvoer
Verticale
geveldoorvoer (C32)
Lengte (L)
1 m
1,3 m
1,6 m
2 m
2,4 m
2,8 m
3,2m
3,6 m
4 m
4,2 m
4,5 m
MAX 87°C
MAX 80°C
MAX 73°C
OK
MAX 65°C
MAX 60°C
MAX 50°C
MIN 50°C
MIN 38°C
OK
MET BRANDER
MET THERMOSTAAT
OK
PERMANENT
is aanbevolen voor alle gevallen behalve in geval van directe
PERMANENT
OFF
OK
MENU
Geveldoorvoer voor
parallelle aansluiting (C52)
Lengte (L1 + L2)
1 m
1 m
2 m
4 m
6 m
8 m
10 m
12 m
14 m
16 m
19 m
Let op: voor een directe vloerverwarming
geen hogere T dan 50C instellen.
ON
om terug
3/3
OK
OK
OK
OK
OK
93