GEBRUIKSINSTRUCTIES
8
Ontsteking/uitschakelen
van de verwarmingsketel
Ontsteking
Controleer of :
•
de ketel op elektriciteit is
aangesloten
•
de gaskraan open staat. Zet
de schakelaar van de ketel
vervolgens op
Uitschakeling :
elektriciteit is nu afgesloten.
Werking zonder
kamerthermostaat
•
Druk op de toets
(de toets wordt verlicht).
•
Activeer de verwarmings- en/of waterver-
warmingsfuncties door
de knoppen
•
De warmwater- en verwarmingstempera-
tuur instellen met behulp van
de toetsen
•
Als u wilt terugschakelen naar de kamer-
thermostaatfunctie, drukt u opnieuw de
toets
Belangrijk :
uitgevoerd op het bedieningspaneel van de
ketel gelden niet voor de kamerthermostaat.
Regel de temperaturen op de bij de ketel
meegeleverde draadloze kamerthermostaat
en volg hiervoor de aanwijzingen van de
handleiding op pagina's 58 tot 67.
54
9
5
3
I.
Zet de schakelaar op
en/of
in te drukken.
5
en
6
.
in (het licht gaat uit).
De instellingen die worden
10
7
4
2
1 -
Aan/uitschakelaar.
2 -
De kamerthermostaat is uitgeschakeld
wanneer de knop brandt.
3 -
De waterverwarmingsfunctie is actief
wanneer de knop brandt.
4 -
De verwarmingsfunctie is actief wanneer
de knop brandt.
5 -
Temperatuurinstelling van de warmwa-
terleiding.
0 :
de
6 -
Temperatuurinstelling van de verwarm-
ingsleiding
7 -
Informatiescherm
8 -
Groen statuscontrolelampje.
9 -
Rood knipperlicht bij storing
10 -
Geel indicatorlampje dat de werking van
de brander aangeeft.
Storingsindicatorlampje
In geval van storing knippert
het rode
9
en verschijnt er een code
op het display
ketel.
Code 21 :
draai de blauwe kraan
(t)
open, aan de onderkant
van de ketel totdat er een
druk van 1,5 bar wordt
aangegeven.
Andere codes :
van de kamerthermostaat en lees
vervolgens de aanwijzingen op het display.
6
1
controlelampje
van de
7
Waterdruk te laag,
Druk op de toets
21
t
OK