Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verhelpen Van Storingen - REMKO DZH 20 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Verhelpen van storingen

Storingen:
De aanvoerluchtventilator gaat niet lopen.
De ventilator loopt, maar de brander ontsteekt niet.
Het apparaat gaat op storing, zonder vlam-opbouw.
Het apparaat schakelt tijdens het branden uit
(het rode storingslampje in de branderautomaat knippert).
Rookvorming tijdens het branden.
Het apparaat schakelt in de schakelaarstand '0' niet uit.
ATTENTIE
Om veiligheidsredenen mogen reparatiewerkzaamheden aan de elektro-installatie en de brander
uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel.
Oorzaak:
1. Lucht in het brandstofsysteem tijden het opstarten.
2. Er staat geen spanning op het apparaat.
3. Geen stekker in het thermostaatstopcontact.
4. De ruimtethermostaat is te laag ingesteld.
5. Het storingslampje in de branderautomaat knippert.
6. Storing in de branderautomaat.
7. De motor is overbelast
(de ventilator loopt onregelmatig of is geblokkeerd).
8. De brandstofpomp is geblokkeerd.
9. De tank is leeg.
10. Het brandstoffilter is vuil.
11. De verstuiver is verstopt of heeft niet de juiste grootte.
12. De elektroden zijn verkeerd ingesteld, de isolatie is gescheurd.
13. De luchtschuif in de branderkop heeft niet meer de juiste
instelling of is vervuild.
14. Het magneetventiel gaat niet open.
15. De pompdruk is niet juist ingesteld.
16. De pompkoppeling is defect.
17. Lek in de aanzuigleiding of in het brandstoffilter.
18. Het magneetventiel gaat niet dicht.
19. Het beschermrooster van de luchttoevoerventilator is vervuild.
20. Uitschakeling door de veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB).
21. Luchtbellen in het brandstofsysteem.
22. De ventilatie in de ruimte is ontoereikend.
23. De fotocel is vervuild of defect.
25. De aan-uitschakelaar werkt niet.
26. Parafineafscheiding in de brandstof.
Oorzaak:
2 – 3 – 4 – 6 – 7 – 8 – 25
1 – 5 – 6 – 9 – 10 – 11 – 12 – 13 – 14 – 15 – 16 – 17
20 – 21 – 23 – 26
4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 – 11 – 13 – 15 – 16 – 17
19 – 20 – 21 – 22 – 23 – 26
7 – 10 – 11 – 13 – 15 – 17 – 19 – 21 – 22
18 – 25
Oorzaak::
De storingsknop van de branderautomaat indrukken.
Dit eventueel max. 3 keer herhalen.
Stekker, stopcontact en netspanning controleren.
Thermostaat, resp. brugstekker aansluiten op het
thermostaatstopcontact.
De ruimtethermostaat hoger instellen dan de temperatuur in de
ruimte.
Op de storingsknop drukken om de branderautomaat weer in te
schakelen.
De branderautomaat vervangen.
De motor laten afkoelen.
Controleren of de brandstofpomp licht genoeg loopt.
De elektrische en mechanische werking van de motor controleren.
De brandstofpomp controleren en zonodig vervangen.
De tank vullen met schone huisbrandolie of dieselolie.
Het brandstoffilter vervangen.
De verstuiver vervangen (let op het juiste model en grootte!).
Opnieuw instellen, evt. vervangen.
Opnieuw instellen met behulp van CO
(CO
: 11 – 12 %, roetgetal conform Bacharach: 0 – 1).
2
De magneetklep controleren, evt. vervangen.
De pompdruk instellen met een manometer.
De pompkoppeling vervangen.
Controleren, eventuele defecte delen vervangen.
De brandstofleiding aan het hoofdfilter eraf trekken – de vlam dooft.
Het rooster reinigen.
Het aanzuigbeschermrooster controleren, evt. reinigen en de
branderautomaat (alleen bij model DZH 90) opnieuw inschakelen.
Het apparaat starten, zodat de lucht via de verstuiver afgevoerd
wordt. Dit proces eventueel tot 3 keer toe herhalen
Deur of raam openzetten.
De fotocel reinigen, evt. vervangen.
De schakelaar controleren, evt. vervangen.
Het hele brandstofsysteem schoonmaken.
„Zie ook de rubriek „In gebruikneming".
-indicator en roetpomp.
2
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dzh 30Dzh 50Dzh 90

Inhoudsopgave