REMKO DZH
Veiligheidsvoorschriften
Bij gebruik van de apparaten moeten altijd de desbetreffende
lokale bouw- en brandbeveiligingsvoorschriften evenals de voorschrif-
ten van de wettelijke ongevallenverzekering in acht worden genomen.
De apparaten zijn voor levering on-
derworpen aan uitgebreide materi-
aal-, functie- en kwaliteitskeuringen.
Toch kunnen de apparaten gevaren
veroorzaken wanneer ze ondeskun-
dig worden gebruikt door onge-
schoolde personen of wanneer ze
niet voor het bestemde doel worden
gebruikt!
Neem de volgende aanwijzingen in
acht.
Voor onderhouds- of repara-
■
tiewerkzaamheden moet de
netstekker uit het stopcontact
worden getrokken
De apparaten mogen uitslui-
■
tend worden bediend door
personen die zijn geschoold in
het bedienen van de apparaten
De apparaten moeten zodanig
■
worden opgesteld en gebruikt
dat personen geen gevaar lo-
pen door uitlaatgas en stralings-
warmte en er geen branden
kunnen ontstaan
De apparaten mogen uit-
■
sluitend in gesloten ruimten
worden opgesteld en gebruikt
wanneer er voldoende lucht
voor de verbranding wordt aan-
gevoerd naar het apparaat
Zonder uitlaatgasafvoer mogen
■
de apparaten uitsluitend wor-
den gebruikt in goed geventi-
leerde ruimten.
Voortdurend oponthoud van
personen in de opstellingsruim-
te is niet toegestaan
Desbetreffende verbodsborden
moeten worden aangebracht
bij de ingangen!
De apparaten mogen niet zon-
■
der toezicht worden gebruikt
4
Plaats de apparaten uit-
■
sluitend op een vlakke,
niet-brandbare en stabiele
ondergrond
De apparaten mogen niet wor-
■
den opgesteld en gebruikt in
een brand- of explosiegevaar-
lijke omgeving
De apparaten mogen niet wor-
■
den opgesteld en gebruikt in
een olie-, zwavel- of zouthou-
dende omgeving
Bij de uitlaat moet een veilig-
■
heidszone van 3 m en rondom
het apparaat moet een vei-
ligheidszone van 1 m worden
aangehouden, ook ten opzichte
van niet-brandbare voorwerpen
Het aanzuigrooster moet altijd
■
vrij worden gehouden van vuil
en losse voorwerpen
Nooit vreemde voorwerpen in
■
het apparaat steken
De apparaten mogen niet wor-
■
den blootgesteld aan een
rechtstreekse waterstraal,
b.v. hogedrukreinigers enz.
Alle elektrische leidingen
■
van de apparaten moeten tegen
beschadiging (b.v. door dieren)
worden beschermd
Veiligheidsvoorzieningen
■
mogen niet worden overbrugd
of geblokkeerd
Dit type apparaat is niet be-
■
doeld voor installatie op een
vaste opstellingsplaats
Beschrijving van het
apparaat
De apparaten zijn verplaatsbare
warmeluchtblazers (WLE) zonder
rookgasaansluiting. De apparaten
worden gestookt met stookolie EL
of diesel en zijn uitsluitend bedoeld
voor industrieel gebruik.
De apparaten werken zonder rook-
gasaansluiting en zijn uitsluitend
bedoeld voor bedrijfsdoeleinden.
De apparaten beschikken over een
ondergebouwd brandstofreservoir,
brandstoffilters, onderhoudsarme
axiaalventilator, hogedruk-verstui-
vingsbranders met optische vlambe-
waking, ruimtethermostaatstopcon-
tact en een aansluitsnoer met een
geaarde stekker.
De apparaten voldoen aan de
fundamentele veiligheids- en ge-
zondheidseisen van de geldende
EU-bepalingen en zijn eenvoudig te
bedienen.
De apparaten worden onder andere
gebruikt voor het:
drogen van nieuwbouw
■
puntverwarmen van werkplekken
■
in de open lucht
puntverwarmen van
■
werkplekken in de open lucht,
niet-brandgevaarlijke fabrieks-
ruimten en hallen
tijdelijk verwarmen van ruimten
■
met voldoende ventilatie
verwijderen van ijs van machines,
■
voertuigen en niet-brandbare
magazijngoederen
op temperatuur brengen van aan
■
vorst blootstaande onderdelen
ATTENTIE
De apparaten mogen uitslui-
tend worden opgesteld in goed
geventileerde ruimten
en niet in woonruimten of
soortgelijke recreatieruimten.