8
Displaycodes
8.1
Soorten displaycodes
Een displaycode is opgebouwd uit een storingscode en een aanvullende
code ( afb. 25).
Er zijn 3 soorten displaycodes:
–
•
normale bedrijfscode;
2
•
blokkerende storingscode;
3
•
vergrendelende storingscode.
▶ Open het informatiemenu en lees de storingscode uit.
▶ Druk, om de aanvullende code op te roepen, gelijktijding op de pijl-
toetsen
en
in.
Afb. 25 Storingscode "2E" met aanvullende code "207"
Soort
Storingscode
Betekenis
code
Geen display-
Het cv-toestel krijgt geen spanning.
weergave
De gemeten cv-waterdruk is te laag. Het vermogen voor zowel
cv-bedrijf als voor warmwaterbedrijf wordt beperkt.
0 Y
Het cv-toestel wacht. De gemeten aanvoertemperatuur is
2 0 4
hoger dan de berekende of ingestelde cv-watertemperatuur.
0 Y
De retourtemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten
2 8 5
die hoger is dan 95 °C.
2
3
1 A
De rookgastemperatuursensor heeft een te hoge temperatuur
3 1 6
+
gemeten.
2
1 P
De temperatuur van de rookgastemperatuursensor stijgt te
3 4 6
snel.
3
1 U
De contacten van de rookgastemperatuursensor zijn
3 1 7
kortgesloten.
3
1 U
De contacten van de rookgastemperatuursensor zijn
3 1 8
onderbroken.
2
2 A
Tijdens cv-bedrijf: de rookgastemperatuursensor meet een
3 4 3
temperatuurstijging, maar de aanvoertemperatuursensor
niet.
2
2 C
Tijdens warmwaterbedrijf: de aanvoertemperatuur is hoger
3 4 8
dan 85°C.
2
2 E
De cv-waterdruk is te laag.
2 0 7
2
2 F
De aanvoertemperatuursensor meet geen temperatuurstijging
2 6 0
na een branderstart.
Tabel 12 Displaycodes
Nefit ProLine NxT HRC 24/CW3 en 24/CW4 • 6720813357 (2014/10)
Bedrijfscode Betekenis
- A
2 0 8
Het cv-toestel bevindt zich in schoorsteenvegerbedrijf of in
servicebedrijf.
- H
Het cv-toestel bevindt zich in cv-bedrijf.
2 0 0
= H
2 0 1
Het cv-toestel bevindt zich in warmwaterbedrijf.
0 A
2 0 2
Het cv-toestel wacht. Er is vaker dan 1x per 10 minuten een
warmtevraag van een aan/uit- of een modulerende regeling
geweest.
0 A
Het cv-toestel wacht na einde warmwaterbedrijf.
3 0 5
0 A
3 5 3
Het cv-toestel wacht. Het cv-toestel is binnen 24 uur nooit
langer dan 20 minuten uit geweest.
0 C
Het cv-toestel bereidt zich voor op een branderstart.
2 8 3
De ventilator en de pomp worden aangestuurd.
0 H
Het cv-toestel staat stand-by.
2 0 3
0 L
Het gasregelblok wordt aangestuurd.
2 8 4
0 U
Het cv-toestel wordt opgestart.
2 7 0
r E
Het cv-toestel wordt gereset.
L o
De toetsblokkering is actief.
Tabel 11 Bedrijfscodes
Oplossing
• Controleer of de netstekker goed in de contactdoos zit.
• Controleer de zekeringen in de groepenkast
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Vul de cv-installatie zo nodig bij.
• Controleer de ingestelde cv-watertemperatuur op het cv-toestel.
Verhoog deze indien nodig.
• Controleer de ingestelde stooklijn bij een ingestelde weersafhankelijke
regeling. Verhoog deze indien nodig.
• Controleer de bekabeling en de werking van de boilertemperatuursensor.
Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de retourtempera-
tuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de rookgastempe-
ratuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer het cv-toestel op vervuiling. Voer zo nodig onderhoud uit.
• Controleer de werking van de rookgastemperatuursensor.
Vervang deze indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertempe-
ratuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertempe-
ratuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Vul de cv-installatie bij tot 2 bar.
• Controleer het expansievat.
• Controleer de cv-installatie op lekkage.
• Controleer de bekabeling en de werking van de druksensor.
Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertempe-
ratuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
Installateursinstructie
17