3. Veiligheidsaanwijzingen
Bij het aanraken van elektrische onderdelen
bestaat er levensgevaar door elektrische
schokken.
De netaansluiting van de buismotor en alle werk-
zaamheden aan elektrische systemen mogen
uitsluitend door een erkende elektricien en over-
eenkomstig de aansluitingsschema's in deze hand-
leiding worden uitgevoerd, zie pagina 20 / 21.
Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamhe-
den in spanningsloze toestand uit.
Bij het verkeerd installeren in vochtige ruimtes
bestaat er levensgevaar door elektrische
schokken.
Neem vooral DIN VDE 0100, deel 701 en 702 in
acht bij het gebruik in vochtige ruimtes. Deze
voorschriften bevatten verplichte beschermings-
maatregelen.
Het gebruik van defecte apparaten kan leiden
tot gevaar voor personen en materiële schade
(elektrische schok, kortsluiting).
Gebruik nooit defecte of beschadigde apparaten.
Controleer de aandrijving en netkabel op bescha-
diging.
Neem contact op met onze servicedienst, indien
u schade aan het apparaat vaststelt.
Volgens de norm DIN EN 13659 moet ervoor wor-
den gezorgd dat de vastgelegde vereisten voor het
uitschuiven van hangende onderdelen conform
EN 12045 in acht worden genomen.
In afgerolde positie moet de verschuiving bij een
kracht van 150 N naar boven toe aan de onderkant
ten minste 40 mm bedragen.
Let daarbij vooral op dat de uitschuifsnelheid de
laatste 0,4 m lager moet zijn dan 0,15 m/s.
Bij ongecontroleerd gebruik bestaat er levens-
gevaar door beknelling.
Probeer nooit om de motor/het rolluik handma-
tig te stoppen wanneer deze ongecontroleerd
beweegt.
Maak in dit geval de aandrijving spanningsloos en
beveilig deze tegen onbedoelde inbedrijfstelling.
Laat de installatie in elk geval door een erkende
elektricien controleren.
Het overschrijden van de maximaal toegestane
looptijd (KB = kortstondig bedrijf) kan tot over-
belasting van de buismotor leiden.
De maximaal toegestane looptijd mag tijdens het
gebruik niet worden overschreden. De buismotor
is daarom met een looptijdbegrenzing (KB = kort-
stondig bedrijf ) van vier minuten uitgerust.
Is de looptijdbegrenzing geactiveerd, dan moet
de buismotor ten minste 20 minuten afkoelen.
4
Bij oneigenlijk gebruik bestaat verhoogd
gevaar voor verwondingen.
Instrueer alle personen over het veilig gebruik van
de buismotor.
Verbied kinderen met de vaste besturingen te
spelen en houd afstandsbedieningen buiten
bereik van kinderen.
Reiniging en onderhoud door gebruiker mogen
niet door kinderen zonder toezicht uitgevoerd
worden.
Bij rolluiken:
Houd tijdens het instellen het rolluik in de gaten
en houd personen uit de buurt zodat niemand
gewond raakt als het rolluik onbedoeld eventueel
verder naar beneden valt.
Houd bewegende rolluiken in de gaten en houd
personen op afstand tot de rolluiken niet meer
bewegen.
Voer alle schoonmaakwerkzaamheden aan het
rolluik in spanningsloze toestand uit.
Een gebrekkig onderhoud kan personen in ge-
vaar brengen door beschadiging van uw buismo-
tor en de rolluikinstallatie:
Controleer regelmatig alle onderdelen van uw
rolluikinstallatie op beschadiging.
Controleer regelmatig of de rolluikinstallatie
correct functioneert.
Het rolluik mag niet beschadigd zijn.
Laat beschadigde onderdelen door uw rolluik-
specialist vervangen.
Het aanraken van de aandrijfbehuizing kan
brandwonden tot gevolg hebben.
Tijdens bedrijf wordt de buismotor warm. Laat de
motor afkoelen voordat u verdere werkzaamheden
aan de motor uitvoert.
Raak nooit een warme aandrijfbehuizing aan.
NL