i
6.2 Werking van de obstakelherkenning
De buismotor stopt en draait automatisch kort in
de tegenovergestelde richting (reversie), als het
rolluik bij het afrollen tegen een obstakel stoot.
Vereisten voor een correcte werking van de
obstakelherkenning:
De meenemer moet met vrijloop worden
gemonteerd (zie afb. 8, pagina 14), fabrieksin-
stellingen.
Het rolluik moet met bevestigingsveren of met
starre asverbindingen aan de wikkelas worden
gemonteerd.
Het rolluik moet altijd verticaal en licht in de
geleidingsrail van het raam bewegen.
i
6.3 Werking van de compensatie van de lengte van hangende onderdelen
Na het automatisch aanleren van de bovenste
eindpositie is de compensatie van de lengte van
de hangende onderdelen actief. Daarna verschuift
de buismotor niet meer helemaal tegen de boven-
ste eindpositie, om het rolluik te ontzien.
Door verouderde rolluiken kunnen de automa-
tisch aangeleerde wegen in de loop der tijd weer
veranderen. Ter compensatie schuift de buismotor
met regelmatige tussentijden (de cyclus wordt in
de fabriek ingesteld) een keer automatisch tegen
de bovenste eindpositie.
i
6.4 Functies als de meenemer zonder vrijloop gemonteerd is
Is de meenemer zonder vrijloop gemonteerd,
zie pagina 14, let dan op de volgende voorwaar-
den en neem deze in acht.
10
Opmerking bij meerdelige installaties
Bij gebruik van een buismotor met ob-
i
stakelherkenning in meerdelige installa-
ties (meerdere zonneschermen die door
een wikkelas worden aangedreven) kan
de obstakelherkenning vertraagd zijn of
helemaal niet reageren.
De lengte van hangende onderdelen wordt au-
tomatisch tijdens het normale gebruik gecom-
penseerd, zodat u hiervan meestal niets merkt.
Als een van de beide eindposities manueel
wordt ingesteld of als de vrijloop gedeactiveerd
is, is de compensatie van de lengte van hangen-
de onderdelen niet actief.
Voorwaarden voor de correcte functie van
de motor, als de meenemer zonder vrijloop
gemonteerd is:
De obstakelherkenning is niet actief.
Zelflerend bedrijf, alleen met starre asverbin-
dingen mogelijk:
> Het rolluik moet met starre asverbindingen
aan de wikkelas worden gemonteerd.
> Aan rolluiken moeten stoppers of een eindrail
gemonteerd zijn, zie pagina 18.
Instelling van de eindposities bij het gebruik
van bevestigingsveren:
> De onderste eindpositie moet handmatig
worden ingesteld.
NL