Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Problemen Oplossen - Nikon KeyMission 80 Snelhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor KeyMission 80:
Inhoudsopgave

Advertenties

Problemen oplossen

Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst het volgende overzicht
met de meest voorkomende problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door
Nikon erkende servicedienst wendt.
Raadpleeg tevens de naslaggids (PDF-indeling) voor nadere details over het gebruik van
deze camera (Aiv).
Probleem
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De monitor geeft
niets weer.
De camera wordt
warm.
Beelden zijn wazig
of niet goed
scherpgesteld.
Beelden van
bewegende
onderwerpen of
beelden die zijn
opgenomen terwijl
u in beweging
bent, zijn scheef of
gedeeltelijk
vervormd.
32
Technische opmerkingen
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, drukt u met een puntig
voorwerp op de resetknop (A1).
N.B.: alle gegevens die op dat moment worden opgenomen,
zullen verloren gaan. Gegevens die al zijn geregistreerd,
worden niet beïnvloed door het verwijderen of loskoppelen
van de stroombron.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om energie te
besparen (functie Automatisch uit).
De camera en batterij werken mogelijk niet goed bij lage temperaturen.
De binnenkant van de camera is te warm geworden. Laat de
camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is
afgekoeld en probeer de camera dan weer in te schakelen.
De camera is aangesloten op een computer.
Er wordt een timelapsefilm gemaakt.
Het is mogelijk dat de camera warm wordt bij het langdurig
opnemen van films of bij gebruik van de camera in een warme
omgeving. Dit is geen storing.
Als Film VR is ingesteld op Aan bij het opnemen van films,
wijzigt u dit in Aan (hybride).
Vibratiereductie of autofocus werkt mogelijk niet goed als
gevolg van onverwachte trillingen van de wind of uit de
omgeving, zelfs wanneer de camera bijvoorbeeld stabiel is
gezet op een statief.
Vibratiereductie of autofocus werkt mogelijk niet goed als de
richting van de camera sterk wordt gewijzigd, bijvoorbeeld tijdens
het pannen van de camera.
Dit is het sluitereffect dat kan optreden bij gebruik van een
elektronische CMOS-sluiter voor het maken van opnamen. Als
opnamen worden gemaakt met behulp van 4:3 (2M), 16:9 (2M)
of 1:1 (2M), neemt het effect af.
Oorzaak/Oplossing
A
12
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave