Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtonvochtiging; Luchtontvochtiging - CLIMIA CTK 190 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

CLIMIA

6.0 Luchtonvochtiging

De samenhangende processen
bij de ontvochtiging van lucht
berusten op natuurkundige
wetmatigheden.
Deze worden hier in
vereenvoudigde vorm getoond
om u een klein overzicht te
geven van het principe van de

luchtontvochtiging.

Het gebruik van
Climia-luchtontvochtigers
Ramen en deuren kunnen nog zo
goed geïsoleerd zijn, nattigheid
en vochtigheid dringen zelfs door
dikke betonwanden.
De bij de productie van beton,
mortel, pleister, etc. benodigde
waterhoeveelheden voor het bin-
den zijn onder bepaalde omstan-
digheden pas na 1-2 maanden
uitgediffundeerd.
Zelfs de vochtigheid die na hoog
water of een overstroming in
de muren is binnengedrongen,
wordt maar heel langzaam weer
vrijgegeven.
Dit geldt bijv. ook voor vochtig-
heid in opgeslagen materiaal.
Vochtigheid die uit delen van ge-
bouwen of materiaal komt (water-
damp), wordt opgenomen door de
omgevingslucht. Daardoor stijgt het
vochtgehalte van die lucht en dit
leidt uiteindelijk tot corrosie, schim-
mels, rotting, afbladdering van
verflagen en andere ongewenste
schade door vocht.
Het diagram hiernaast geeft de
corrosiesnelheid voor bijv. metaal
bij verschillende luchtvochtigheid
weer.
12
Rel. luchtvochtigheid %
Het wordt inzichtelijk dat de cor-
rosiesnelheid onder 50% van de
relatieve luchtvochtigheid (RV)
onbeduidend en onder 40 % RV te
verwaarlozen is.
Vanaf 60% RV stijgt de corrosiesnel-
heid bijzonder sterk. Deze grens
voor schade door vochtigheid geldt
ook voor andere materialen, bijv.
poedervormige stoffen, verpakkin-
gen, hout of elektronische appara-
tuur.
Het drogen van gebouwen kan op
verschillende manieren gebeuren:
1. Door verwarming en luchtuit-
wisseling:
De omgevingslucht binnen wordt
verwarmd om vochtigheid op te
nemen en om vervolgens weg-
geleid te worden naar buiten. De
totale ingebrachte energie gaat
dan met de weggeleide vochtige
lucht verloren.
2. Door luchtontvochtiging:
De in de gesloten ruimte aan-
wezige vochtige lucht wordt
volgens het condensatieprincipe
continu ontvochtigd.
Met het oog op het energieverbruik
heeft de luchtontvochtiging een
doorslaggevend voordeel:
Het energieverbruik beperkt zich
uitsluitend tot het aanwezige ruim-
tevolume. De mechanische warmte
die vrijkomt door het ontvochti-
gingsproces, wordt weer naar de
ruimte geleid.
Bij het gebruik volgens de aan-
wijzingen verbruikt de luchtont-
vochtiger slechts ca. 25% van de
energie, die volgens het principe
„verwarmen en ventileren" zou
moeten worden opgebracht.
De relatieve luchtvochtigheid
Onze omgevingslucht is een meng-
sel van gas en bevat altijd een
bepaalde hoeveelheid water in de
vorm van waterdamp. Deze water-
hoeveelheid wordt aangegeven in g
per kg droge lucht (absoluut water-
gehalte).
3
1m
lucht weegt ca. 1,2 kg bij 20 °C
Afhankelijk van de temperatuur kan
iedere kg lucht slechts een bepaalde
hoeveelheid waterdamp opnemen.
Als deze opnamegeschiktheid is be-
reikt, is er sprake van "verzadigde"
lucht; deze heeft een relatieve lucht-
vochtigheid (r.v.) van 100%.
Met de relatieve luchtvochtigheid
wordt dus de verhouding aangegeven
tussen de hoeveelheid waterdamp die
op dat moment in de lucht is, en de
maximaal mogelijke hoeveelheid wa-
terdamp bij gelijke temperatuur.
Het vermogen van de lucht om water-
damp op te nemen, wordt hoger naar-
mate de temperatuur stijgt. Dat bete-
kent dat het maximaal mogelijke (=
absolute) watergehalte groter wordt
naarmate de temperatuur stijgt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor CLIMIA CTK 190

Inhoudsopgave