Reparatie
6. Draai het middenstuk om. Spreid gelijkmatig een
dunne film smeermiddel uit over de O-ringen
op de hoofdmof en middenmof (2 en 4). Let op
dat de luchtgaten niet verstopt raken. Plaats de
middenmof (4) in de hoofdmof (2) en gebruik
geschikt gereedschap om de moffen in het
lichaam te duwen.
7. Vet een EPDM ring (36‡) in en plaats die in de
zitting voor de mofdop (3), in het midden van het
lichaam (1).
8. Breng een middelsterke vloeibare pakking aan
op het schroefdraad van de andere mofdop (3).
Gebruik het gereedschap (45) om de tweede
mofdop (3) in het lichaam te brengen. Slechts zo
ver vastdraaien dat de dop gelijk komt met het
vlak. Niet te sterk aandraaien.
9. Als nieuwe membranen worden gebruikt (25†)
moet de draadbedekking verwijderd worden.
10. Draai de pompas (5) op één membraan, eerst
slechts handvast. Gebruik geen gereedschap
op de as.
11. Smeer de as en breng die dan aan in het lichaam.
Verdraai het membraan terwijl u het erin duwt.
Draai vervolgens het andere membraan op de
as, ook slechts handvast.
De vloeistofsectie
vloeistofsectie weer
De
De
vloeistofsectie
1. Steek de bovenste twee moeren (18) in de gaten,
de kant met het schroefdraad eerst.
2. Draai de bouten (29) enkele slagen in de moeren
(18), alleen om te zorgen dat de moeren niet
meer kunnen verdraaien.
3. Herhaal de stappen 1 en 2 voor het andere
vloeistofdeksel.
4. Plaats de vloeistofdeksels met de bovenste
keerkleppen naar de luchtinlaat.
20
weer monteren
monteren
weer
monteren
5. Plaats op elke bout (24) een schotelveer (27)
met de ronde zijde naar de moer, en daarna een
platte sluitring (26). Draai de eerste bout (24)
door één bevestiging (9) van het vloeistofdeksel,
daarna de andere bout (24) door de andere
bevestiging (9). Dit is nodig om te zorgen dat
de bouten van tegenoverliggende zijden komen,
waardoor het geheel bijeen gehouden wordt
voordat het vast komt te zitten.
6. Draai een vloeistofdeksel (6), het middenstuk en
het andere vloeistofdeksel (6) op de eerste twee
bouten (24) en tussen de bevestigingen (9) van
de vloeistofdeksels.
7. Plaats het geheel in een klem of bankschroef.
Draai de eerste twee bouten (24) aan tot ze aan
elk van beide zijden zichtbaar worden. Draai de
resterende bouten (24) erin en erdoor.
8. Breng op elke bout een platte sluitring (26), een
schotelveer (27) en een moer (28) aan. Draai de
bouten handvast. Draai ze nog niet aan tot het
opgegeven aandraaimoment.
9. Monteer de onderste keerkleppen. Plaats de
kooi (20†) van het inlaatventiel, de kogel (22†)
en de zitting (21†), met de afgeschuinde zijde
omlaag (naar de kogel gericht).
10. Haal voorzichtig de spruitstukbouten (29) uit de
onderkant van de vloeistofdeksels (6), waarbij de
moeren (18) in positie blijven.
11. Breng het inlaatspuitstuk (10) in positie op de
pomp. Draai het spruitstuk zo dat de inlaatpoort
de juiste kant op wijst voor uw toepassing
(d.w.z. dezelfde kant, of juist de andere, als de
luchtuitlaatpoort).
3A3532G