10/09/09 20:10:35 39Z8R800_005
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Voor uw eigen veiligheid, een goede naleving van de milieuvoorschriften
en een maximale levensduur van uw apparatuur, is het van groot belang
dat u voorafgaand aan het aanzetten van de motor even de tijd neemt om
de conditie van de motor te controleren. Los eventuele gevonden
problemen op of laat ze door uw onderhoudsdealer verhelpen voordat u de
motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
verhelp een eventueel gevonden probleem.
Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand UIT (OFF) staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Controleer de algehele conditie van de motor
1.
Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
2.
Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
3.
Let op tekenen van schade.
4.
Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten.
Controleer de motor
1.
Controleer het brandstofniveau (zie pagina
een volle tank zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen
heeft om bij te moeten tanken.
2.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina
een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan.
Als het oliepeil in het carter beneden een veilig niveau daalt, schakelt het
Oil Alert-systeem de motor uit of geeft het een waarschuwing af. Om het
ongemak van onverwacht uitschakelen te vermijden, moet u het
motorolieniveau altijd controleren voordat u de motor start.
3.
Controleer het luchtfilterelement (zie pagina
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
4.
Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door
deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u
hoort te volgen voordat u de motor start.
BEDIENING
VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
VEILIGHEIDSINFORMATIE door op pagina en de GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF op deze pagina.
Vermijd voor uw eigen veiligheid het laten draaien van de motor in een
omsloten ruimte zoals een garage. Het uitlaatgas van de motor bevat giftig
koolmonoxide dat in een afgesloten ruimte snel een concentratie bereikt
die schadelijk of dodelijk is.
Lees de instructies die zijn meegeleverd bij de apparatuur die wordt
aangedreven door deze motor om te zien welke veiligheidsmaatregelen u
in acht moet nemen bij het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.
DE MOTOR STARTEN
MET ELEKTRISCHE STARTMOTOR:
1.
Zet de benzinekraan in de stand
AAN.
2.
Draai de motorschakelaar in de
stand START en houd in die stand
vast totdat de motor aanslaat.
Sommige motoruitvoeringen
hebben geen aan de motor
8
). Door al te beginnen met
gemonteerde bedieningskast met
motorschakelaar zoals hier is
afgebeeld. Zie de instructies die
de fabrikant van de apparatuur
9
). Als de motor draait met
heeft meegeleverd.
Als de motor niet binnen 5
seconden aanslaat, laat de
motorschakelaar dan los en
wacht minstens 10 seconden
voordat u de starter opnieuw
bedient.
10
). Een vervuild
Als u de elektrische starter per
keer langer dan 5 seconden
gebruikt, raakt de startmotor
oververhit en kunt u deze zo
beschadigen.
Laat zodra de motor aanslaat de
motorschakelaar los, zodat deze
terugkomt in de stand ON.
NEDERLANDS
2
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide dat in
afgesloten ruimten een gevaarlijke concentratie kan
bereiken. Het inademen van koolmonoxide kan leiden tot
bewusteloosheid of de dood.
Laat de motor nooit in een (zelfs deels) afgesloten ruimte
draaien waar mensen aanwezig kunnen zijn.
BRANDSTOFKRAAN
CONTACTSLOT
AAN
5