10/09/09 20:13:51 39Z8R800_015
Uit stalling nemen
Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF in deze handleiding (zie pagina ).
Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank
dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te
tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop
van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten
wordt bemoeilijkt.
Als de cilinder ter voorbereiding op stalling werd geolied, zal de motor kort
roken bij de eerste start. Dat is normaal.
VERVOER
Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen
voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en
uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen
ontbranden.
Draai de brandstofkraan in de stand UIT.
Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op
lekkage van brandstof te verkleinen.
ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN
BEDIENINGSKAST:
Type controlelampje
OIL ALERT-
CONTROLELAMPJE
Voor een controle van het OIL ALERT-controlelampje moet de motor zijn
aangesloten op de accu en de motorschakelaar in de stand ON staan.
MOTOR WIL NIET
Mogelijke oorzaak
STARTEN
1.
CONTROLELAMPJE
Zekering
brandt niet.
doorgebrand.
2.
CONTROLELAMPJE
Brandstof,
brandt.
motorolie, bougie,
enz.
3.
CONTROLELAMPJE
Motorolieniveau
knippert.
laag.
(BEDIENINGSKAST:
Type controlelampje)
CONTROLELAMPJE
Motorolieniveau
gaat branden.
laag.
(BEDIENINGSKAST:
Type urenteller)
4.
Neem de motor mee
ECM, sensoren,
naar een erkende
enz.
Honda
onderhoudsdealer of
zie het
werkplaatshandboek.
5
BEDIENINGSKAST:
Type urenteller
OIL ALERT-
CONTROLELAMPJE
URENTELLER
Correctie
Vervang de zekering
(p. 13).
na vervangen van een
zekering,
motorschakelaar
nogmaals naar de
stand ON draaien.
Raadpleeg de
GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF (p. 5).
Vul bij met de
aanbevolen olie tot het
correcte niveau (p. 9).
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
NEDERLANDS
MOTOR WIL NIET
Mogelijke oorzaak
STARTEN
1.
Elektrisch starten:
Accu leeg.
Controleer de accu
en de zekering.
Zekering
doorgebrand.
2.
Controleer de
Choke dicht.
bedieningsstanden.
Motorschakelaar in
de stand OFF.
3.
Controleer het
Motorolieniveau
motorolieniveau.
laag.
4.
Controleer de
Geen brandstof.
brandstof.
Slechte brandstof;
motor gestald zonder
voorbereiding of
aftappen van
brandstof, of
bijgevuld met slechte
brandstof.
5.
Verwijder en
Verkeerde bougie,
inspecteer de
vervuild of foutieve
bougie.
elektrodenafstand.
Bougie nat door
brandstof (motor
verzopen).
6.
Neem de motor mee
Brandstoffilter
naar een erkende
verstopt, defect in
Honda
carburateur, defect
onderhoudsdealer of
ontstekingssysteem,
zie het
hangende kleppen,
werkplaatshandboek.
enz.
MOTOR HEEFT
Mogelijke oorzaak
GEEN VERMOGEN
1.
Controleer het
Filterelement(en)
luchtfilter.
verstopt.
2.
Controleer de
Slechte brandstof;
brandstof.
motor gestald zonder
voorbereiding of
aftappen van
brandstof, of
bijgevuld met slechte
brandstof.
3.
Neem de motor mee
Brandstoffilter
naar een erkende
verstopt, defect in
Honda
carburateur, defect
onderhoudsdealer of
ontstekingssysteem,
zie het
hangende kleppen,
werkplaatshandboek.
enz.
Correctie
Laad de accu opnieuw
op.
Vervang de zekering.
(p. 13).
Zet chokehendel in de
stand OPEN, behalve
als de motor warm is.
Zet motorschakelaar in
de stand ON.
Vul bij met de
aanbevolen olie tot het
correcte niveau (p. 9).
Vul brandstof bij (p. 8).
Tap de brandstoftank
en de carburateur af
(p. 14).
Vul bij met nieuwe
brandstof (p. 8).
Vervang de bougie of
stel elektrodenafstand
opnieuw af (p. 12).
Droog de bougie en
breng deze weer aan.
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
Correctie
Reinig of vervang
filterelement(en)
(p. 10).
Tap de brandstoftank
en de carburateur af
(p. 14).
Vul bij met nieuwe
brandstof (p. 8).
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
15