en weg van de gebruiker, en kan er
gemakkelijk de oorzaak van zijn dat de
gebruiker controle over de zaag verliest.
Vermijd knijp- - terugslag:
S Pas heel erg op voor situaties of obstruc-
ties die ervoor kunnen zorgen dat mate-
riaal het uiteinde vastknijpt of op andere
wijze de ketting kan laten stoppen.
S Zaag niet meer dan één stam tegelijk.
S Draai de zaag niet wanneer het zaagblad
wordt teruggetrokken uit een valkerf bij
tegenwerking.
Vermijd intrekken:
S Begin altijd met zagen met de motor op vol-
le snelheid en met de zaag rustend tegen
het hout.
S Gebruik wiggen die van plastic of hout zijn
gemaakt. Gebruik nooit metaal om een
snede open te houden.
Terugslagpad
Vermijd obstructies
Ontruim het
werkterrein
DE KANS OP TERUGSLAG
VERKLEINEN
S Wees ervan bewust dat terugslag op kan
treden. Met een basisbegrip van terugslag
kunt u het verrassingselement verkleinen
dat bijdraagt tot ongelukken.
S Laat de bewegende ketting nooit in contact
met objecten aan het uiteinde van het
zaagblad.
S Houd het werkterrein vrij van obstructies
zoals andere bomen, takken, rotsblokken,
hekken, boomstronken enz. Verwijder of
vermijd alle obstructies die u met uw zaag
zou kunnen raken terwijl u een bepaalde
stam of tak aan het zagen bent.
S Houd uw zaagketting scherp en op de juiste
spanning. Een losse of spanningsloze ket-
ting kan de kans op terugslag vergroten.
Volg de instructies van de fabrikant op voor
het slijpen en onderhouden van de ketting.
Controleer de spanning regelmatig met een
gestopte motor, nooit met een lopende mo-
tor. Wees ervan verzekerd dat de bouten
van de klemmen van het zaagblad stevig zijn
vastgedraaid na het spannen van de ketting.
S Begin en ga door met het zagen op volle
snelheid. Indien de ketting op een lagere
snelheid beweegt, is de kans op terugslag
groter.
S Zaag één stam tegelijk.
S Wees extra voorzichtig wanneer u opnieuw
gaat zagen in een voorgaande snede.
S Begin niet met zagen met het uiteinde van
het zaagblad (stootzagen).
S Kijk uit voor schuivende stammen of ande-
re krachten die een snede kunnen afslui-
ten en de ketting kunnen vastknijpen of op
de ketting kunnen vallen.
S Gebruik het zaagblad voor gereduceerde
terugslag en de lage- -terugslagketting die
voor uw zaag zijn gespecificeerd.
CONTROLE HOUDEN
Ga aan de linkerkant
van de zaag staan
Wissel nooit de
posities van uw
handen
Elleboog vergren-
deld
Duim aan onderzijde van
handgreep
S Houd de zaag in een goede, stevige greep
met beide handen terwijl de motor loopt en
laat de zaag niet los. Een stevige greep helpt
bij het reduceren van terugslag en het onder
controle houden van de zaag. Houd de vin-
gers van uw linkerhand rondom en uw linker-
duim onder de handgreep. Houd uw rechter-
hand
volledig
rondom
handgreep of u nu links- - of rechtshandig
bent. Houd uw linkerarm recht met uw elle-
boog vergrendeld.
S Plaats uw linkerhand op de voorste hand-
greep zodat deze op een rechte lijn ligt met
uw rechterhand op de achterste hand-
greep bij het maken van dwarssneden.
Draai nooit bij geen enkel soort zagen de
posities van de rechter- - en linkerhand om.
S Ga zo staan dat uw gewicht gelijk verdeeld
is over beide voeten.
S Ga enigszins links van de zaag staan zo-
dat uw lichaam zich niet op één lijn met de
zaagketting bevindt.
S Probeer niet te ver te reiken. U kunt uit uw
balans worden getrokken of geduwd en
uw controle over de zaag verliezen.
S Zaag niet boven schouderhoogte. Het is
moeilijk om boven schouderhoogte con-
trole over de zaag te houden.
VEILIGHEIDSFUNCTIES TEGEN
TERUGSLAG
WAARSCHUWING
functies zijn op uw zaag aanwezig om u te hel-
pen het gevaar van terugslag te reduceren;
echter, dergelijke functies zullen deze gevaar-
lijke reactie niet geheel elimineren. Als gebrui-
ker van een kettingzaag dient u niet te rekenen
22
de
achterste
: De volgende