Inbedrijfstelling
Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-50: Schakelpunten en parameters instellen
Actie
Parameter AL.Hi selecteren, de gewenste geleidbaar-
heid invoeren en opslaan.
Parameter SP selecteren, de gewenste geleidbaarheid
invoeren en opslaan.
Parameter HySt selecteren, de vereiste waarde invoeren
en opslaan.
Correctiefactor CF selecteren, de vereiste waarde
invoeren en opslaan.
Geleidbaarheidselektrode LRG 1.-.. met aparte weerstandsthermometer en LRG 16-9
Instelling inP selecteren en draaiknop naar rechts
draaien. Er verschijnt YES. Instelling opslaan.
Temperatuurcoëfficiënt tC selecteren, het vereiste
percentage invoeren en opslaan.
Indien vereist:
Correctiefactor CF selecteren, de vereiste waarde
invoeren en opslaan. Als alternatief de
kalibreerfunctie CAL gebruiken
(vanaf softwareversie "S-13").
Parameter Sout selecteren, de gewenste geleidbaarheid
invoeren en opslaan.
Parameter Si selecteren, de gewenste tijd invoeren en
opslaan.
Parameter Sd selecteren, de gewenste tijd invoeren en
opslaan.
22
Vervolg
MAX-schakelpunt instellen
Gewenste waarde instellen
Terugschakelhysterese instellen
Geleidbaarheidselektrode LRG 1.-.: Correctiefactor instellen
Temperatuurcompensatie inschakelen
Temperatuurcoëfficiënt instellen
Normering werkelijke-waarde-stroomuitgang instellen
Spoelimpuls en spoelduur instellen
Functie
Instellen van het MAX-schakelpunt tussen
1 tot 9999 μS/cm of 1 tot 5000 ppm.
Instellen van de gewenste waarde tussen
1 tot 9999 μS/cm of 1 tot 5000 ppm.
Instellen van de terugschakelhysterese tussen 1 en 25%
van de gewenste waarde.
Meet na bereiken van de bedrijfstemperatuur de elektri-
sche geleidbaarheid in een watermonster (bij 25 °C). Stel
stapsgewijs een correctiefactor in tot de weergegeven
werkelijke waarde overeenkomt met de referentie-
meetwaarde. Daardoor wordt de geleidbaarheidsmeting
aangepast aan de inbouwsituatie of worden afwijkingen
tijdens de werking gecompenseerd.
Meet na bereiken van de bedrijfstemperatuur de elek-
trische geleidbaarheid in een watermonster (bij 25 °C).
Stel stapsgewijs een temperatuurcoëfficiënt in tot de
weergegeven werkelijke waarde overeenkomt met de
referentiemeetwaarde.
Tijdens de werking kan de weergegeven geleidbaarheid
afwijken van de referentiemeetwaarde, bijvoorbeeld door
vervuiling. Wijzig dan stapsgewijs de correctiefactor tot
de weergegeven werkelijke waarde overeenkomt met de
referentiemeetwaarde.
Instellen van de stroomuitgang tussen 1 en
9999 μS/cm
Instellen van de spoelimpuls tussen 0 en 24 uur.
Instellen van de spoelduur tussen 1 en 4 minuten.
NRR 1-50, LRR 1-51 - Gebruiksaanwijzing - 819291-03