Problemen en oplossingen
Problemen met de afdrukkwaliteit
U ziet strepen (lichte lijnen) op uw
afdrukken of exemplaren
■
Het papier is met de afdrukzijde naar boven in de
papiertoevoer geplaatst.
■
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit
om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te
maken.
& Zie "De printkop reinigen" op pagina 16
■
Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
& Zie "De printkop uitlijnen" op pagina 16
■
Verbruik de cartridges binnen zes maanden na
opening van de verpakking.
■
Controleer het LCD-scherm. Als het
H inktpictogram wordt weergegeven, vervangt u
de betreffende inktcartridges.
& Zie "Inktcartridges vervangen" op pagina 13
■
Zorg ervoor dat het papiertype dat is geselecteerd
op het regelpaneel overeenkomt met het type
papier dat zich in de papiertoevoer van de printer
bevindt.
De afdruk is bleek of vertoont gaten
■
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit
om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te
maken.
& Zie "De printkop reinigen" op pagina 16
■
Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
& Zie "De printkop uitlijnen" op pagina 16
■
Zorg ervoor dat het papiertype dat is geselecteerd
op het regelpaneel overeenkomt met het type
papier dat zich in de papiertoevoer van de printer
bevindt.
Kleuren ontbreken of zijn verkeerd
■
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
& Zie "De printkop reinigen" op pagina 16
Vervang de kleureninktcartridges als de kleuren
nog steeds niet kloppen of als er bepaalde kleuren
ontbreken. Vervang de zwarte inktcartridge als
het probleem nog steeds niet is opgelost.
& Zie "Inktcartridges vervangen" op pagina 13
■
Als u net een inktcartridge hebt vervangen,
controleer dan of de datum op de verpakking nog
niet is verstreken. Vervang de inktcartridges ook
door nieuwe inktcartridges als de printer lange
tijd niet gebruikt is.
& Zie "Inktcartridges vervangen" op pagina 13
20
Problemen oplossen
De afdruk is wazig of vlekkerig
■
Zorg ervoor dat het papier droog is en met de
afdrukzijde naar boven in de printer is geladen.
■
Zorg dat de instelling Paper Type (Papiertype) op
het regelpaneel correct is.
■
Als u afdrukt op glanzend papier, plaats dan een
steunvel (of een vel gewoon papier) onder de
stapel. U kunt de vellen ook één voor één
invoeren.
■
Raak de bedrukte zijde van papier met een
glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat
deze zijde nergens mee in aanraking komt.
Wanneer u documenten hebt afgedrukt op
glanzend afdrukmateriaal, moet u de inkt enkele
uren laten drogen.
■
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
& Zie "De printkop reinigen" op pagina 16
■
Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
& Zie "De printkop uitlijnen" op pagina 16
■
Voer papier in en reinig de rol aan de binnenzijde.
& Zie "Functie voor papierinvoer/papieruitvoer
gebruiken" op pagina 21
■
Als het probleem hiermee niet is opgelost, kan er
inkt in de printer zijn gelekt. Maak in dat geval de
binnenzijde van de printer schoon met een zachte,
schone doek.
& Zie "De printer reinigen" op pagina 17
Diverse afdrukproblemen
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om
eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken.
& Zie "De printkop reinigen" op pagina 16
De afdruk bevat vlekken
Voer papier in en reinig de rol aan de binnenzijde.
& Zie "Functie voor papierinvoer/papieruitvoer
gebruiken" op pagina 21