5.
Het apparaat inschakelen
U kunt de scanner in- en uitschakelen met de aan/uittoets op de voorkant van de scanner.
1.
Zorg ervoor dat de scanner en de computer correct
met elkaar zijn verbonden via een USB-kabel.
2.
Druk op de aan-/uitschakelaar.
Aan-/uitschakelaar
Wenk
Wanneer u de scanner voor de eerste keer inschakelt, wordt
het onderstaande ballonnetje met tekstbericht weergegeven
op de taakbalk van Windows. Na enige tijd wordt de
automatische herkenning van de scanner beëindigd en is deze
klaar voor gebruik.
Het apparaat uitschakelen
Druk nogmaals op de aan-/uitschakelaar om de scanner uit te
schakelen.
ATTENTIE
• Wacht na het uitschakelen altijd minstens 10 seconden
voordat u de scanner weer inschakelt.
• Als de scanner langere tijd niet wordt gebruikt, trek dan om
veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.
Wenk
De automatische uitschakelfunctie van de scanner is standaard
ingeschakeld, en de scanner is automatisch uitgeschakeld als
hij niet gedurende 4 uur bediend wordt.
Volg de stappen in
(Zie "Functie Automatisch uitschakelen" op
pag. 5-6)
om deze instelling uit te schakelen.
2-8
Hoofdstuk 2 Installatie