Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR
Levensgevaar - Een andere persoon neemt de tractor
in gebruik en rijdt weg of schakelt de cardanas in,
terwijl u met het onderhoud bezig bent.
•
Maaieenheid laten zakken
•
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den de motor uitschakelen en de contacts-
leutel verwijderen.
GEVAAR
Levensgevaar - Machine begint te rollen of te kantelen
•
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden de machine op een vlakke, vaste
ondergrond parkeren.
•
Machine op de rem zetten
Oliepeilcontrole bij de maaibalken
• De olie moet, onder normale omstandigheden, jaarlijks
worden bijgevuld.
1. Maaibalk aan één zijde heffen (X1) en
ondersteunen.
X1 = afstand bovenste glijslofrand links tot bovenste
glijslofrand rechts
NOVADISC 732: X1 = verticaal
NOVADISC 812: X1 = 600 mm
NOVADISC 902: X1 = 240 mm
• De zijde waar zich de olievulplug bevindt, blijft op
de grond.
• De maaibalk aan de andere zijde (X1) heffen en met
geschikte hulpmiddelen ondersteunen.
2. Maaibalk in deze positie ca. 15 minuten laten
staan.
• Deze tijd is nodig om de olie zich te laten verzamelen
2300-NL Wartung_3906
OnderhOud en reparaties
in het onderste gedeelte van de maaibalk.
3. Olievulplug (63) verwijderen.
Oliepeil via de opening (63) meten.
4. Oliepeil controleren
LET OP
Schade - door teveel of te weinig olie.
•
De maaibalk is in de lengte opgekrikt. Af-
hankelijk van de breedte moet de maaibalk
precies horizontaal zijn (zie afbeelding)
4.1 Oliepeil bij NOVADISC 732:
Het oliepeil is correct als het oliepeil 5mm onder de vulplug
kan worden gemeten.
x
4.2 Oliepeil bij NOVADISC 812/NOVADISC 902:
Het oliepeil is correct als de transmissieolie tot de onderrand
van de olievulplug (63) (OIL LEVEL) komt.
- 32 -
169-16-007
NL