stukken hout, afrasteringspaaltjes enz.) kunnen de
maaier beschadigen.
In geval van een botsing
• Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
• De machine zorgvuldig controleren op beschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren (4a).
• Indien nodig, de machine door een vakman laten
repareren.
Na elk contact met vreemde objecten
• De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
• Alle messchroefverbindingen aanhalen.
6. Gehoorbescherming dragen
Afhankelijk van de verschillende
t r e k k e r c a b i n e s
k a n
geluidsniveau op de werkplek
afwijken van de gemeten waarde
(zie Techn. gegevens).
• Wanneer een geluidsniveau van 85 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet de ondernemer (landbouwer) een
passende gehoorbescherming ter beschikking stellen
(UVV 1.1 § 2).
• Wanneer een geluidsniveau van 90 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet een gehoorbescherming worden
gedragen (UVV 1.1 § 16).
keren bij het maaien
De maaibalk kan met het regelventiel in wendakkerpositie
worden gezwenkt (22°).
- Daarvoor hoeft de aandrijving niet te worden
uitgeschakeld.
- Daarvoor hoeft de hefinstallatiehoogte (H1) niet te
worden gewijzigd.
2000-NL INBETRIEBNAHME_3906
4a
h e t
In gebruIk nemen
GEVAAR
Levensgevaar - door weggeslingerde onderdelen.
•
Niet in de gevarenzone van de maaier ko-
men zolang de aandrijfmotor draait.
- 28 -
NL