Het monteren van de servicemodule gaat
eenvoudig in omgekeerde volgorde:
• Schuif de servicemodule in de
unit. Het gaat het makkelijkst als
met de servicemodule de mantel
iets naar buiten wordt geduwd.
Als de module er op 3 cm na in zit,
ondervindt deze wat weerstand.
Druk dan vanuit de binnenzijde van
de unit de motormodule iets naar
buiten.
• Schuif de module zo ver dat de
rand van de behuizing weer één
vlak vormt.
• Plaats de bypass kabel en de
connector.
• Plaats de wisselaar.
• Draai de twee bouten aan de
onderzijde van de unit weer vast.
• Plaats de afdichtingsschijf.
• Plaats de deur door deze rechtsom
te draaien.
• Plaats de filters.
• Plaats de aansluitkap met
voedings kabel.
• Stop de voedingsstekker in de
wandcontactdoos.
• De unit is nu gereed voor gebruik.
4.4 De ventilatoren
Er zijn twee energiezuinige gelijk
stroommotoren toegepast. De ventila
toren zijn voorzien van een permanent
magneetmotor waardoor het energie
gebruik minimaal is. De schoepen zijn
robuust en achterovergekromd. Door
deze schoepvorm heeft de ventilator veel
minder last van eventuele ver vuiling op
lange termijn. Als onderhouds interval
voor het reinigen van de waaiers wordt
zes jaar aangehouden. Dit is wel af
hankelijk van het onderhoud aan de
filters.
Het demonteren en monteren van de
ventilatoren gaat als volgt:
• Verwijder de servicemodule zoals
is omschreven in hoofdstuk 4.3.
• Verwijder de isolatieplaat.
• Draai de printplaatmodule om
en trek de connector van de
vorst beveiligingsensoren en de
connector van de bypass los. Dit
zijn de connectoren aan de draden
die door de zwart geschuimde
kunststofbehuizing gaan.
• Nu kan de harde kunststof
plaat compleet met ventilatoren,
voeding en regeling van de zwart
geschuimde kunststofbehuizing
worden gescheiden.
• Daarna kunnen de ventilatoren
worden verwijderd:
Neem de kabelafdichting uit het
gat.
|
29