OPMERKING!
Gebruik bij 1-fasig bedrijf fase L1.
▶
Noodstroombe-
OPMERKING!
drijf
Het is aan te bevelen de Wattpilot buiten de noodstroomvoorzieningen van een
PV-installatie aan te sluiten!
Als de laadstroom per fase niet door de noodstroom kan worden gedekt, moet de
Wattpilot buiten de noodstroomvoorzieningen worden aangesloten.
Als de Wattpilot op het noodstroomcircuit van een PV‑installatie is aangesloten
en de totale stroom van een fase daardoor wordt overschreden, dan schakelt de
omvormer het noodstroomcircuit uit. Het elektrische voertuig moet worden los-
gekoppeld en de noodstroom moet worden bevestigd (zie gebruiksaanwijzing van
de omvormer).
BELANGRIJK!
Er moet worden nagegaan of het elektrische voertuig laden met 53 Hz toelaat.
Inbedrijfstelling
Neem de vast geïnstalleerde Wattpilot Home 11 J 2.0 / Home 22 J 2.0 vanaf stap
2 in bedrijf.
1
OPMERKING!
De leds branden in de regenboogkleuren tijdens een eerste zelftest. Daarna
brandt het aantal leds dat overeenkomt met de ingestelde laadstroom blauw.
2
Om de Wattpilot van stroom te voorzien, moet fase L1 worden aangesloten.
De niet-gebruikte fasen L2 en L3 moeten worden geïsoleerd (aanraakbeveili-
ging)!
Stel de gewenste laadstroom in door de drukknop in te drukken. (zie
knopfuncties
op pagina 15).
Sluit de CEE-stekker rechtstreeks of
met een geschikte adapter aan op een
geschikte stekkerdoos.
Druk-
43