Locatiekeuze en wandmontage
Vereisten voor
de installatielo-
catie
Gevaar door omvallende of naar beneden vallende apparaten.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
Het apparaat is getest conform beschermingsklasse IP 21. Dit betekent:
-
-
Het apparaat kan overeenkomstig beschermingsklasse IP 21 in droge, afgesloten
ruimtes worden opgesteld en gebruikt. Het binnendringen van vocht moet wor-
den voorkomen.
Koellucht
Het acculaadapparaat moet zo worden opgesteld dat de koellucht ongehinderd
door de daarvoor bestemde kastopeningen kan stromen. Voor de luchtinlaat- en
luchtuitlaatopeningen moet altijd een minimale afstand van 20 cm (7,87 in.) wor-
den aangehouden. De omgevingslucht moet vrij zijn van
-
-
-
-
De aan- en afvoer van koellucht geschiedt zoals in de volgende afbeeldingen
door de pijlen wordt aangegeven.
Gevaar door gedeeltelijk of volledig afgedekte luchtinlaat- en uitblaasopenin-
gen.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
16
GEVAAR!
Stel alle systeemcomponenten daarom stabiel op.
Controleer bij gebruik van vloer- of muursteun continu of alle bevestigings-
elementen goed vastzitten.
Bescherming tegen het binnendringen van vaste vreemde lichamen met een
diameter van meer dan 12,5 mm (0.49 in.)
Bescherming tegen verticaal druipwater
Overmatig sterke stofbelasting
Elektrisch geleidende deeltjes (roet of metaalsplinters)
Warmtebronnen
Accuzuurdampen
VOORZICHTIG!
Als meerdere apparaten achter elkaar worden opgesteld, dan moeten ze ge-
schakeld worden opgesteld.
De toegestane gebruikspositie van het
acculaadapparaat is horizontaal.