6 - WATERAANSLUITINGEN
Aanbevolen
kwaliteit
waterbatterijen:
Aangeraden wordt een bacteriologische analyse van het water
te laten uitvoeren (detectie van ijzerhoudende bacteriën en
bacteriën die zwavelwaterstof produceren en sulfaten reduceren)
en een chemische analyse (om problemen van verkalking en
corrosie te voorkomen).
• Totale hardheid in Franse hydrometrische graden (TH): 10 <
TH < 15
• Chloride [Cl-] < 10 mg/l
• Sulfaat [SO₄ 2-] < 30 mg/l
• Nitraat [NO₃ -] = 0 mg/l
• Opgelost ijzer < 0,5 mg/l
• Opgeloste zuurstof 4 < [O2] < 9 mg/l
• Koolzuur [CO2] < 30 mg/l
• Soortelijke weerstand 2000 < Soortelijke weerstand < 5000 Ωcm
• pH 6,9 < pH < 8
Aanbevelingen m.b.t. de grenzen van de werking:
Minimum waterintredetemperatuur koelbatterij: 5 °C
Maximum waterintredetemperatuur verwarmingsbatterij (2-pijps
toepassing zonder elektrische batterijen): 90 °C
Maximum waterintredetemperatuur verwarmingsbatterij (2-pijps
toepassing met elektrische batterijen): 55°C (min. luchtdebiet = 200
m³/u)
Maximum waterintredetemperatuur verwarmingsbatterij (4-pijps
toepassing): 90 °C
Maximum werkdruk: 16 bar
Min./max. temperatuur binnenlucht retour: +0°C / +40°C
Max. vochtigheidsgraad van de aangezogen binnenlucht: 27°C droge
bol bij 65% relatieve vochtigheid.
7 - CONDENSWATERBAK
Het apparaat heeft een schuine gladde kunststof bak, met een
aansluiting voor de afvoer Ø22 mm uitwendig, en een dop.
Bij aflevering van het apparaat is de bak aan 2 kanten afgesloten
(2 doppen). U moet daarom de dop verwijderen aan de kant van
de wateraansluiting die u kiest.
Als de kant van de wateraansluiting wordt veranderd,
vergeet dan niet de dop aan de andere kant te
plaatsen.
van
het
water
voor
de
Adviezen voor de werking:
Voor de ventielen met thermische motoren, moet u erop letten
dat de omgeving van de motor van het ventiel niet warmer wordt
dan 50 °C om te voorkomen dat het ventiel onterecht opent. Dit
gevaar geldt met name voor apparaten in kleine ruimtes (bijv.:
apparaten in een systeemplafond).
CARRIER wijst iedere aansprakelijkheid af voor het
beschadigen van ventielen als gevolg van een verkeerd
ontworpen waternetwerk of een verkeerde inbedrijfstelling.
Om ieder gevaar van condensatie tijdens de werking met gekoeld
water te voorkomen, moeten de leidingen over hun gehele
lengte worden geïsoleerd met isolatiemateriaal dat ook aan de
einden perfect dicht is. Bij toepassingen met waterbatterijen
en elektrische batterijen, adviseren wij het gebruik van buizen
van gereticuleerd polyethyleen (PER) voor de voeding van
de apparaten. In geval van oververhitting van de elektrische
batterij, kan de watertemperatuur kortstondig hoog oplopen.
Hierdoor kunnen de eigenschappen van het PER in de buurt
van het apparaat snel achteruitgaan waardoor het materiaal kan
scheuren. Wij adviseren de batterij op het watercircuit aan te
sluiten door middel van gevlochten roestvrij stalen slangen (of
gelijkwaardig).
De aansluiting is mogelijk aan de linker- of de rechterkant van het
apparaat. Elk apparaat kan een eigen afvoerleiding hebben, of
deze kunnen worden aangesloten op een verzamelafvoerleiding.
Gebruik een transparante afvoerslang of -buis met een helling
van ten minste 1 cm/m met een
constant hoogteverschil over het gehele traject. Zorg voor een
sifon van ten minste 5 cm om stank te voorkomen.
Aan de kant van de aansluiting kan een extra bak worden
geplaatst met behulp van 2 schroeven (fig. 09, nr. a).
13