14
Probleemoplossing
Problemen met het netwerk oplossen
Problemen met de verbinding
Als de printer niet kan worden verbonden met het netwerk, branden beide lampjes niet. Voer in deze situatie de
volgende stappen uit:
De printer heeft statuslampjes (leds) naast de netwerkaansluiting die de verbindingsstatus en netwerkactiviteit
aangeven.
Als het groene lampje aan staat, is de printer verbonden met het netwerk.
●
Wanneer het gele lampje knippert, is er transmissie-activiteit op het netwerk.
●
1.
Controleer de kabelaansluitingen aan beide einden.
2.
Overweeg de kabels te vervangen door kabels waarvan u weet dat ze werken.
3.
Overweeg over te schakelen naar een andere netwerkaansluiting in de netwerkswitch, de hub of het
apparaat waarmee de printer is verbonden.
4.
De verbindingsinstelling handmatig configureren om overeen te komen met de poortconfiguratie van de
netwerkhub of switch.
5.
In geval van twijfel of onjuiste configuratie van verbindingsinstellingen, moet u de netwerkparameters naar
de fabrieksinstellingen resetten.
Fabrieksinst. herstellen
In geval van onbedoelde misconfiguratie kunt u de netwerkinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen
door te tikken op Restore factory settings (Fabrieksinstellingen herstellen) in het configuratiemenu Network
Settings (Netwerkinstellingen).
Netwerkverbinding
Als uw printer detecteert dat deze niet met de HP Cloud is verbonden via HP SmartStream 3D Command Center,
wordt er een waarschuwing weergegeven op het front panel.
Als dit probleem zich blijft voordoen, kunt u geen nieuwe afdruktaken verzenden. Voer de diagnostische tests
uit die worden uitgelegd in de handleiding voor het oplossen van netwerkproblemen. Als u deze handleiding niet
kunt vinden, neemt u contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger.
Raadpleeg de handleiding voor locatievoorbereiding voor meer informatie over het controleren van uw
netwerkverbinding.
82
Hoofdstuk 14 Probleemoplossing