Routine voor printkopherstel
1.
Controleer en reinig het servicestation voordat u begint met probleemoplossing. Controleer de rubberen
afdichtingen van het capping station en gebruik een vochtige, pluisvrije doek om eventuele vloeistoffen of
materiaal van de kappen te reinigen.
2.
Controleer of de reinigingsrol niet bijna leeg is. Vervang de reinigingsrol als deze bijna leeg is.
3.
Om er zeker van te zijn dat de reinigingsrol goed werkt, voert u vanuit het onderhoudsmenu het volgende
uit: Service assist (Service-assistentie) > 6.0 Service Station (6.0 Servicestation) > 6.1 Service Station Test
(6.1 Servicestationtest). Controleer of de test geslaagd is. Als er foutcodes worden vermeld, lost u deze
problemen op voordat u verder gaat met het oplossen van het probleem met de printkwaliteit.
4.
Voer Maintenance (Onderhoud) > Part troubleshooting (Probleem met onderdeel oplossen) > Printhead
Recovery 1 (Printkopherstel 1) uit. Druk voor en na de vergelijking de diagnostische pagina nogmaals af.
5.
Als de kwaliteit van de printkop nog steeds niet goed genoeg is, voert u Printhead Recovery 2
(Printkopherstel 2) vanuit hetzelfde menu uit.
Printkop uitlijnen
100
Hoofdstuk 14 Probleemoplossing