6.2 remeha W23c
De benodigde verbrandingslucht treedt bij (1) binnen en
stroomt in de luchtkast (11) . Tussen de verdeelschijf (3)
en het meetpunt (21) wordt een drukverschil gemeten ter
beveiliging van het luchttoevoer- en rookgasafvoertrans-
port. De verbrandingslucht komt deels via de brander in
de verbrandingsruimte. Rondom de brander stroomt lucht
toe voor drukvereffening. De binnenbus zal warmte gaan
uitstralen naar de warmtewisselaar (10). De rookgassen
worden tussen de gloeibus en de warmtewisselaar door
naar boven gezogen. Hierbij wordt de warmte afgegeven
aan de warmtewisselaar. De rookgassen worden verza-
meld in de rookgasverzamelkap (7) , waarna de rookgas-
afvoerventilator (5) zorgdraagt voor de afvoer van de
rookgassen. In de afvoerbocht is een mechanisch wer-
kende klep, de (comfortklep) (6) opgenomen, die in de
stilstandsperiode de afkoeling van de warmtewisselaar
beperkt. In de stilstandsperiode draait de ventilator op ca.
80 Volt en sluit de comfortklep door eigen gewicht.
Tijdens bedrijf draait de ventilator op 230 V, waardoor de
comfortklep wordt open geblazen.
Bij sanitaire warmtevraag zal onder invloed van een
drukverschil de driewegklep (23) het c.v.-water door de
platenwarmtewisselaar (24) sturen. Een eindschakelaar
op de driewegklep schakelt het toestel in. Bij einde sa-
nitaire warmtevraag zal de driewegklep de c.v.-stand
weer innemen. Sanitaire warmtevraag heeft voorrang op
c.v.-warmtevraag. In de koudwaterinlaat van de drieweg-
klep is een doorstroombegrenzer (25) opgenomen.
Verklaring
1 = luchttoevoer
2 = rookgasafvoer
3 = verdeelschijf
4 = automatische ontluchter
5 = rookgasafvoerventilator
6 = comfortklep
7 = rookgasverzamelkap
8 = maximaalthermostaat
9 = temperatuursensor
10 = warmtewisselaar
11 = luchtkast
12 = waakvlambrander met thermokoppel
13 = ontstekingselektrode
14 = brander
15 = gascombinatieblok
16 = piëzo-ontsteking
17 = instelknop temperatuurregeling (regelthermostaat)
18 = aansluitdoos
19 = luchtdrukverschilschakelaar
20 = circulatiepomp
21 = meetpunt
22 = thermo-manometer
23 = driewegklep
24 = platenwarmtewisselaar
25 = doorstroombegrenzer
Afb. 5 Werkingsprincipe Combi-uitvoering
6.3 Belastingsregeling
De remeha W23s heeft een instelbaar vermogen tussen
de 8,6 en 23,4 kW en wordt door de regelthermostaat
aan/uit geregeld.
De remeha W23c heeft een instelbaar vermogen tussen
8,6 en 23,4 kW voor de c.v.-regeling en een vast maxi-
maal vermogen van 23,4 kW voor het tapwater.
Het vermogen wordt door een temperatuursensor modu-
lerend geregeld voor zowel de tapwater- als de c.v.-aan-
voertemperatuur. De gewenste c.v.-aanvoertemperatuur
kan met de instelknop (17) op de aansluitdoos worden
ingesteld.
De remeha W23s en de remeha W23c worden standaard
afgeleverd met een ingesteld c.v.-vermogen van 16,4
kW.
9
25