Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 5.11 - Warmtepompinstellingen; Menu 5.11.1.2 - Circulatiepomp Afgiftesysteem (Gp1) - Nibe VVM 320 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VVM 320:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorzichtig!
Tijdens het drogen van de vloer draait de cir-
culatiepomp van het verwarmingssysteem in
100%, ongeacht de instelling in menu 5.1.10.
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet wor-
den gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
Menu 5.10 - log met wijzigingen
Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem
aflezen.
Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)
en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven
voor iedere wijziging.
Voorzichtig!
Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij
herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-
stelling.

Menu 5.11 - warmtepompinstellingen

Instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp kun-
nen in de submenu's worden verricht.
Menu 5.11.1 - EB101
Verricht hier de instellingen voor de geïnstalleerde
warmtepompen en laadpomp.
Menu 5.11.1.1 - warmtepomp
Verricht hier de instellingen voor de geïnstalleerde
warmtepomp. Zie voor de mogelijke instellingen de
installatiehandleiding voor de betreffende geïnstalleer-
de warmtepomp.
Menu 5.11.1.2 - circulatiepomp afgiftesys-
teem (GP1)
bedrijfsstand
Instelbereik: auto / intermitterend
Standaardwaarde: auto
Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp ver-
warmingssysteem in.
auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige be-
drijfsmodus van de VVM 320.
intermitterend: De circulatiepomp van het verwar-
mingssysteem start 20 seconden voor de compressor
en stopt 20 seconden na de compressor.
snelheid tijdens bedrijf
verwarming, warmtapwater, zwembad
Instelbereik: auto / handmatig
Standaardwaarde: auto
Handmatige instelling
Instelbereik: 1–100 %
NIBE™ VVM 320
Standaardwaarde: 70 %
max. toegest. snelheid
Instelbereik: 80–100 %
Standaardwaarde: 100 %
snelh. in wachtm.
Instelbereik: 1–100 %
Standaardwaarde: 30 %
Stel de snelheid in waarop de circulatiepomp van het
verwarmingssysteem in de huidige bedrijfsstand moet
draaien. Selecteer "auto" als de snelheid van de circu-
latiepomp van het verwarmingssysteem automatisch
geregeld moet worden (fabrieksinstelling) voor een
optimale werking.
Als auto wordt geactiveerd voor verwarming, kunt u
ook kiezen voor de instelling max. toegest. snelheid
die de circulatiepomp van het verwarmingssysteem
beperkt en niet laat draaien op een hogere snelheid
dan de ingestelde waarde.
Voor handmatige regeling van de circulatiepomp van
het verwarmingssysteem deactiveert u "auto" voor de
huidige bedrijfsstand en stelt u vervolgens de waarde
in tussen 1 en 100% (de eerder ingestelde waarde voor
max. toegest. snelheid geldt niet meer).
"verwarming" houdt in dat de circulatiepomp van het
verwarmingssysteem in de verwarmingsstand staat.
"wachtstand" houdt in dat de circulatiepomp van het
verwarmingssysteem de snelheid verlaagt, omdat de
warmtepomp in de verwarmings- of koelingsstand
staat, maar geen compressor of elektrische bijverwar-
ming nodig heeft.
"warmtapwater" houdt in dat de circulatiepomp van
het verwarmingssysteem in de warmtapwaterstand
staat.
"zwembad" houdt in dat de circulatiepomp van het
verwarmingssysteem in de zwembadverwarmingsstand
staat.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave