VVM 320 nooit een temperatuur berekent die lager is
dan de hier ingestelde temperatuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
TIP
De waarde kan worden verhoogd als u, bijvoor-
beeld, een kelder hebt die u altijd wilt verwar-
men, zelfs in de zomer.
U moet mogelijk ook de waarde in "stop ver-
warming" menu 4.9.2 "instelling modus auto"
verhogen.
Menu 1.9.4 - instellingen ruimtesensor
factor systeem
Instelbereik: 0,0 - 6,0
Standaardwaarde: 2,0
Ruimtevoelers voor het regelen van de kamertempera-
tuur kunnen hier worden geactiveerd.
Hier kunt u een factor instellen (een numerieke waar-
de), die bepaalt in welke mate een over- of subnormale
temperatuur (het verschil tussen de gewenste en de
huidige kamertemperatuur) in de ruimte van invloed
is op de aanvoertemperatuur naar het afgiftesysteem.
Een hogere waarde levert een grotere en snellere ver-
andering van de stooklijnverschuiving op.
Voorzichtig!
Een te hoog ingestelde waarde voor "factor-
systeem" kan (afhankelijk van uw afgiftesys-
teem) resulteren in een instabiele kamertem-
peratuur.
Indien er meerdere afgiftesystemen geïnstalleerd zijn,
kunnen de bovengenoemde instellingen worden ver-
richt voor de betreffende systemen.
Menu 1.9.5 - instellingen koeling (benodig-
de accessoire)
min. temp. aanvoer koeling
Instelbereik: 5 - 30 °C
Standaardwaarde: 17
aanv.temp. koeling bij +20
Instelbereik: 5 - 30 °C
Standaardwaarde: 20
aanv.temp. koeling bij +40
Instelbereik: 5 - 30 °C
Standaardwaarde: 20
NIBE™ VVM 320
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Instelbereik: 5 - 40 °C
Standaardwaarde: 21
verw. bij ondertemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
koeling bij overtemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
actieve koeling starten
Instelbereik: 10 – 300
Standaardwaarde: 90
tijd t. schakelen warm/koel
Instelbereik: 0 - 48 u
Standaardwaarde: 2
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
U kunt de VVM 320 gebruiken om de woning tijdens
warme perioden te koelen.
min. temp. aanvoer koeling
Stel de minimumtemperatuur voor de aanvoertempe-
ratuur naar het klimaatsysteem tijdens koelen in. Dit
betekent dat de VVM 320 nooit een temperatuur bere-
kent die lager is dan de hier ingestelde temperatuur.
aanv.temp. koeling bij +20
Stel de gewenste aanvoertemperatuur naar het klimaat-
systeem tijdens koelen in als de buitentemperatuur
+20 °C is. De VVM 320 probeert vervolgens om zo goed
mogelijk in de buurt van de ingestelde temperatuur te
blijven.
aanv.temp. koeling bij +40
Stel de gewenste aanvoertemperatuur naar het klimaat-
systeem tijdens koelen in als de buitentemperatuur
+40 °C is. De VVM 320 probeert vervolgens om zo goed
mogelijk in de buurt van de ingestelde temperatuur te
blijven.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
43