ONDERHOUDSSCHEMA ASSEN EN KOPPELING
Jaarlijkse controle
1. Controleer de boutverbindingen van het chassis.
2. Controleer de bevestiging van het chassis.
Tijdens resp. na de eerste reis met belading
1. Aandraaien van de wielbouten (zie volgende kolom).
2. Controleer de instelling van de wielremmen.
3. Controleer lagerspeling in de naven (zie volgende
pagina). Geldt niet voor assen met ECO-naaf.
Elke 1 500 km
1. Controleer de instelling van de wielremmen.
2. Smeren van de 4 smeernippels op het aslichaam.
3. Smeren van de oplooprem (2 smeernippels). Overige
verbindingen licht oliën.
Elke 3 000 km
1. Controleer lagerspeling in de naven. Geldt niet voor
assen met ECO-naaf.
Elke 5 000 km (echter minstens 1 keer per jaar)
1. Vervang vet in de naven. Geldt niet voor assen met
ECO-naaf.
2. Controle van slijtage van de voering.
3. Controle en aandraaien van de schroeven van de
koppeling.
Elke 15 000 km (echter minstens 1 keer per jaar)
1. Controle van slijtage van de voering.
2. Vervang vet in de naven. Geldt niet voor assen met
ECO-naaf.
16/95 • Instructieboek KABE 2006/1
Controle en het opnieuw instellen van lagerspeling in naven
De lagerspeling in de naaf wordt als volgt gecontroleerd:
1. Krik de as omhoog.
2. Stoot zijdelings met uw hand tegen het wiel. Als er een
duidelijke speelruimte hoor- of voelbaar is, moeten de
lagers worden bijgesteld door de naafdop van de naaf
te demonteren en de splitspie van de astap te halen.
3. Draai de kroonmoer (rechts getapt) aan, zodat de
speelruimte verdwijnt - niet verder. Maak hem daarna
los tot de eerste mogelijkheid om de splitspie opnieuw
te monteren.
4. Monteer de splitspie en de naafdop.
Bij het bijstellen moet zo schoon mogelijk worden
gewerkt.
Let op! Assen met een
ECO-naaf kennen geen
lagerspelinginstelling.
Het uitvoeren van de van toepassing zijnde
maatregelingen per aantal kilometers dient door een
vakman te worden gedaan.