Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen
Wachtwoorden gebruiken
In dit gedeelte worden de typen wachtwoorden beschreven voor UEFI (Unified Extensible Firmware Interface)
of BIOS (Basic Input/Output System) en wordt uitgelegd hoe u een wachtwoord kunt instellen, wijzigen en
verwijderen.
Wachtwoordtypen
U kunt verschillende wachtwoorden instellen in de UEFI/BIOS Setup Utility.
Wachtwoordtype
Beheerderswachtwoord
Gebruikerswachtwoord
Masterwachtwoord voor de vaste
schijf
Gebruikerswachtwoord voor de
vaste schijf
Opmerkingen:
• Alle wachtwoorden die in de Setup Utility worden ingesteld, mogen alleen alfanumerieke tekens bevatten.
• Als u de Setup Utility start met het gebruikerswachtwoord, kunt u slechts enkele instellingen wijzigen.
Beheerderswachtwoord instellen
Stel het beheerderswachtwoord in om onbevoegde toegang tot de UEFI/BIOS Setup Utility te voorkomen.
Attentie: Als u uw beheerderswachtwoord vergeet, kan een door Lenovo geautoriseerde
servicemedewerker uw wachtwoord niet opnieuw instellen. In een dergelijk geval moet u de computer naar
een door Lenovo geautoriseerde servicemedewerker of vertegenwoordiger brengen om de systeemplaat te
laten vervangen. U moet hiervoor het bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten
voor onderdelen en service in rekening worden gebracht.
1. Start de UEFI/BIOS Setup Utility.
2. Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter.
3. Voer een wachtwoord in dat alleen letters en cijfers bevat. Druk vervolgens op Enter.
4. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter.
5. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
De volgende keer dat u de computer opstart, moet u het beheerderswachtwoord invoeren om de Setup
Utility te starten. Als Power on Password is ingeschakeld, moet u het beheerderswachtwoord of het
gebruikerswachtwoord invoeren om de computer op te starten.
© Copyright Lenovo 2019
Vereiste
Nee
Het beheerderswachtwoord moet zijn
ingesteld.
Nee
Het masterwachtwoord moet zijn
ingesteld.
Indien ingesteld
Voer dit in om de Setup Utility te
starten.
Gebruik het gebruikerswachtwoord om
de Setup Utility te starten.
Voer dit in om het besturingssysteem te
starten.
Gebruik het gebruikerswachtwoord
voor de vaste schijf om het
besturingssysteem te starten.
23