Proline Promag P 200
Fabrieksinstelling
Functieblok
DI 1
DO-module (Discrete Output)
Draag discrete uitgangswaarden over van de PROFIBUS-master (Class 1) naar het
meetinstrument.
Toegekende instrumentfuncties
Een instrumentfunctie is permanent toegekend aan de afzonderlijke Discrete Output blocks.
KANAAL
891
253
1429
1)
Alleen beschikbaar met het Heartbeat-verificatie applicatiepakket
EMPTY_MODULE-module
Deze module wordt gebruikt om lege posities toe te kennen die ontstaan doordat geen
modules in de slots worden gebruikt → 40.
10
Inbedrijfname
10.1
Functiecontrole
Voor de inbedrijfname van het meetinstrument:
‣
Waarborg dat de controles voor installatie en aansluiting zijn uitgevoerd.
• "Controle voor de installatie" checklist → 20
• "Controle voor de aansluiting" checklist → 31
10.2
Inschakelen van het meetinstrument
‣
Schakel, na een succesvolle functiecontrole, het instrument in.
Na succesvol opstarten, schakelt het lokale display automatisch over van het
opstartdisplay naar het bedrijfsdisplay.
Indien het lokale display leeg blijft of wanneer een diagnosemelding verschijnt,
raadpleeg de bedieningshandleiding van het instrument → 2
Endress+Hauser
Fabrieksinstelling
Lege-buisdetectie
Functieblok
Instrumentfunctie
DO 1
Flow-override
Pulse/freq./
DO 2
schakeluitgang
DO 3
Start verificatie
Functieblok
DI 2
Waarden: besturing (betekenis)
• 0 (uitschakelen instrumentfunctie)
• 1 (inschakelen instrumentfunctie)
1)
Inbedrijfname
Fabrieksinstelling
Lekstroomonderdrukking
43