Proline Promag P 200
7
Elektrische aansluiting
Het meetinstrument heeft geen interne uitschakelaar. Ken daarom aan het
meetinstrument een uitschakelaar toe zodat de voedingskabel eenvoudig kan worden
losgekoppeld van de voedingsspanning.
7.1
Aansluitvoorwaarden
7.1.1
Benodigd gereedschap
• Voor kabelwartels: gebruik passend gereedschap
• Voor borgklem: inbussleutel 3 mm
• Striptang
• Bij gebruik van soepele aders: crimptang voor adereindhulsen
• Voor verwijderen aders uit de klem: platte schroevendraaier ≤3 mm (0,12 in)
7.1.2
Specificaties aansluitkabel
De door de klant geleverde aansluitkabels moeten aan de volgende specificaties voldoen.
Elektrische veiligheid
Conform de geldende nationale regelgeving.
Toegestaan temperatuurbereik
• –40 °C (–40 °F) tot +80 °C (+176 °F)
• Minimale voorwaarde: kabeltemperatuurbereik ≥ omgevingstemperatuur +20 K
Signaalkabel
Stroomuitgang
Voor 4-20 mA HART: afgeschermde kabel aanbevolen. Let op het aardingsconcept van de
installatie.
Puls-/frequentie-/schakeluitgang
Standaard installatiekabel is voldoende.
FOUNDATION Fieldbus
Getwiste, afgeschermde tweedraads kabel.
Voor meer informatie over de planning en installatie van FOUNDATION Fieldbus-
netwerken zie:
• Bedieningshandleiding voor "FOUNDATION Fieldbus overzicht" (BA00013S)
• FOUNDATION Fieldbus-richtlijn
• IEC 61158-2 (MBP)
Endress+Hauser
Elektrische aansluiting
21